Oude Atsje is 27 jaar en zette al 27 kalveren op de wereld
Ze werd geboren op 18 augustus 1996, kreeg in haar leven 27 kalveren en huppelt volgens haar eigenaar nog als een jonge koe door de wei.
Atsje 21 van Jelle Kooistra uit het Friese Garijp is een bijzonder dier. Voor zover bekend is ze nu de oudste koe van Nederland.
Groot, lang en sterk
Kooistra heeft een vleesveebedrijf met ongeveer 35 zoogkoeien, voornamelijk blonde d’Aquitaines, met bijbehorend jongvee. Atsje is in dit koppel een opvallende verschijning. ‘Het is een grote, enorm lange en sterke koe met sterk beenwerk’, vertelt hij. ‘Het is gewoon een prachtbeest!’
Eind april nog gekalfd
De oude Atsje kalfde in haar leven in totaal 25 keer, waarvan twee keer van een tweeling, waarmee ze in totaal 27 kalveren op de wereld zette. Haar jongste kalf werd eind april van dit jaar geboren. ‘Daar had ik eigenlijk niet meer op gerekend’, bekent Kooistra. ‘Ze had in het land gelopen met een jonge stier, die haar kennelijk drachtig heeft gemaakt’, vertelt de veehouder. Het kalfje, een stiertje, werd zonder problemen geboren. Maar de oude moederkoe geeft helaas geen melk meer en het kalfje groeit nu op kunstmelk op.
Echte moederkoe likt alle kalveren
Kooistra sluit niet uit dat Atsje nog eens drachtig wordt. ‘Ze huppelt ook nu weer door de wei in een koppel met een stier’, vertelt hij ‘Dus wie weet ...’ Versleten is de oudste koe van Nederland volgens haar eigenaar in ieder geval nog lang niet. ‘Ze mist inmiddels wel vier tanden, maar haar kiezen heeft ze nog allemaal. En ze is in de koppel nog steeds de baas’, merkt hij. ‘Daarbij is ze een echte moederkoe. Als er een koe kalft, is ze er direct bij om het kalf te likken. Soms krijgt de eigen moeder niet eens de kans.’
Nog drie koeien boven de 20 jaar
Atsje 21 is niet de enige krasse oude dame in het koppel van Kooistra. Zo heeft de veehouder op zijn bedrijf naast de 27-jarige nog een tiental koeien met een leeftijd van tien jaar of ouder, waarvan er een van 21, een van 22 en een van 26 jaar. ‘Mensen zeggen wel eens tegen me: doe zo’n oude koe toch weg … Maar dan is mijn antwoord: om de drommel niet! Ik gun mijn koeien het eeuwige leven. Ze mogen hier blijven zolang als het gaat.’