Fokkerij

Aandeel roodbontstieren in ki-statistieken stijgt naar 17,1 procent

In totaal 17,1 procent van de eerste inseminaties kwam in het ki-jaar 2021-2022 op naam van roodbontstieren
In totaal 17,1 procent van de eerste inseminaties kwam in het ki-jaar 2021-2022 op naam van roodbontstieren (foto: Els Korsten)

Voor het derde jaar op rij stijgt in Nederland het gebruik van roodbonte holsteinstieren. Afgelopen ki-jaar kwamen bijna 248.000 eerste inseminaties op naam van roodbont.

Het dieptepunt lag in het ki-jaar 2018-2019 toen de roodbonte holsteinstieren een marktaandeel van 13,9 procent noteerden. Sindsdien breidden de roodbontstieren hun aandeel elk jaar iets uit, tot aan 17,1 procent dit jaar.

Aandeel zwartbont zakt onder 50 procent

Het aandeel eerste inseminaties met zwartbontstieren kwam in Nederland afgelopen jaar voor het eerst uit onder de 50 procent. Ter vergelijking: in het boekjaar 2014-2015 lag dat aandeel nog net boven de 60 procent. Die verschuiving komt grotendeels voor rekening van de witblauwstieren. Het marktaandeel van de witblauwen schommelt de laatste drie jaar rond de 23 procent.

Opgaande lijn voor angus

In het kielzog van witblauw doet ook het angusras goede zaken. Het aantal eerste inseminaties met angusstieren toont een gestaag opgaande lijn, van 170 eerste inseminaties zes jaar geleden tot bijna 13.000 afgelopen jaar, ofwel een aandeel van 0,9 procent.

Minder animo voor kruisen

De animo voor de melkveerassen waarmee melkveehouders hun holsteins kruisen, neemt eerder af dan toe. Zowel brown swiss als montbéliarde zien hun aantallen eerste inseminaties met meer dan 2000 stuks krimpen. Alleen het jerseyras onttrekt zich aan die afname en noteert nog een plus van 800 eerste inseminaties ten opzichte van vorig jaar. Van de kruisingsrassen blijft fleckvieh met een aandeel van 2,7 procent veruit het grootst.

Het volledige verhaal over de inseminatiestatistieken in het boekjaar 2021-2022 staat in het decembernummer van Veeteelt.