Economie

Over tien jaar 11 procent minder melkkoeien in Europa

De analisten merken op dat landen die een grote bijdrage leverden aan de stijging van de Europese melkproductie, zoals Nederland, België en Denemarken, tegen ambitieuze milieudoelstellingen aanlopen
De analisten merken op dat landen die een grote bijdrage leverden aan de stijging van de Europese melkproductie, zoals Nederland, België en Denemarken, tegen ambitieuze milieudoelstellingen aanlopen

De melkproductie van Europese koeien zal in de komende jaren stijgen met 0,9 procent. Maar deze productiestijging bokst niet meer op tegen de krimpende veestapel, die in 2035 zo’n 11 procent kleiner zal zijn dan nu. De Europese melkplas zal hierdoor de komende jaren met 0,2 procent per jaar afnemen. 

Dat blijkt uit de EU Agricultural Outlook, waarin analisten van de Europese Unie voorspellingen doen voor de komende tien jaar. 

Productiestijging neemt in Europa af

De analisten merken op dat landen die een grote bijdrage leverden aan de stijging van de Europese melkproductie, zoals Nederland, België en Denemarken, tegen ambitieuze milieudoelstellingen aanlopen, waardoor de veestapel krimpt. Tegelijkertijd lopen deze landen tegen de grenzen aan van verdere snelle productiviteitsstijging. Een aantal oostelijke EU-landen, zoals Polen, heeft wel potentie voor een melkproductiestijging in de komende jaren. 

Meer producten met toegevoegde waarde

De milieudoelstellingen kunnen volgens de analisten wel bijdragen aan hogere prijzen voor producten die aan hoge kwaliteits- en duurzaamheidsnormen voldoen. Ze voorzien dan ook een verschuiving naar zuivelproducten met een hogere toegevoegde waarde. Zo verwachten ze dat over tien jaar ongeveer 46 procent van de Europese melkplas gebruikt wordt voor kaas- en weiproductie. Tussen 2022 en 2024 lag dit op 44 procent. Een toename van verschillende productiesystemen, zoals biologisch en andere kwaliteitsregelingen, dragen hier ook aan bij. 

Ook verwachten de analisten dat de Europese boterproductie beperkt groeit met 0,3 procent per jaar. De productie van magere melkpoeder blijft naar verwachting stabiel en de productie van volle melkpoeder daalt met 0,9 procent per jaar. 

Binnenlands verbruikt blijft stabiele afzetmarkt

De zuivelconsumptie van een Europese inwoner zal de komende jaren met 2 kg per jaar toenemen. Daarmee blijft de binnenlandse markt een belangrijke en stabiele afzetmarkt voor de Europese zuivelindustrie. Het marktsegment van plantaardige alternatieven groeit, maar heeft slechts een beperkte invloed op de zuivelgrondstoffen. De vraag naar producten met lagere vet- en suikergehalten of producten afgestemd op voedselintoleranties neemt toe. 

Wereldwijde melkproductie blijft groeien

In tegenstelling tot de Europese melkplas groeit de wereldwijde melkproductie volgens de analisten verder met 1,8 procent per jaar. De EU en Nieuw-Zeeland blijven met een aandeel van 46 procent de twee belangrijkste exporteurs van zuivel. De melkproductie in landen als India, Pakistan en andere Aziatische en Noord Afrikaanse landen zal ook toenemen, maar zal nog niet voldoende zijn om aan de mondiale vraag te voldoen. Ook in de VS zal de melkproductie verder toenemen, waardoor ze een aandeel van 20 procent van de wereldexport kan realiseren in 2035. 

Vooral gevolgen voor melkpoeders

Door de verschuiving naar zuivelproducten met meer toegevoegde waarde, neemt het exportvolume naar verwachting van de analisten tegen 2035 af met 0,2 procent per jaar, maar kan de exportwaarde toenemen met 4 procent per jaar. 

De grote importvraag van China naar melkpoeders stijgt naar verwachting richting 2035 niet meer door binnenlandse productie. Er blijft nog wel een sterke vraag uit Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Zuidoost-Azië, maar die compenseert de dalende vraag uit China niet helemaal. De uitvoer van kaas, wei en boter zal de komende tien jaar op hetzelfde tempo blijven groeien met 1,3 procent, 1,4 procent en 0,7 procent per jaar.