Mestcrisis kost melkveehouders 30 tot 40 procent van inkomen
Melkveehouders raken door het verdwijnen van derogatie, het instellen van bufferzones en de aanwijzing van NV-gebieden gemiddeld zo’n 30 tot 40 procent van hun inkomen kwijt.
Dat blijkt uit een rapport van Wageningen Economic Research, waarin onderzoekers het effect van het Plan van Aanpak Mestmarkt van minister Adema hebben doorgerekend.
Tot 40.000 euro inkomensverlies
Bij een mestafzetprijs van 20 euro per ton bedraagt het inkomensverlies gemiddeld 27.500 euro. Loopt de prijs van mestafzet op naar 30 euro per ton, dan stijgt het gemiddelde inkomensverlies naar 40.000 euro. Bij intensieve bedrijven zijn de gevolgen voor het inkomen groter dan bij extensieve bedrijven.
Generieke korting
Boven de sector hangt ook nog de dreiging van de invoering van een generieke korting op de fosfaatrechten, als de aangescherpte mestproductieplafonds in 2025 overschreden worden. Dat zou melkveehouders gemiddeld nog eens een extra verlies aan inkomen van 28.000 euro kunnen opleveren, berekenden de onderzoekers.
Om een generieke korting te voorkomen zou volgens de onderzoekers alleen een scenario met een hoge deelname van melkveehouders aan de LBv- en LBv+-regeling – dat wil zeggen 180.000 koeien minder in 2025 – genoeg zijn om het aangescherpte fosfaatplafond te halen. De onderzoekers verwachten dat door afroming en opkooppregelingen het aantal koeien tussen nu en 2030 met minimaal 170.000 en maximaal 450.000 stuks zal afnemen.
Bijna één miljoen hectare
De onderzoekers hebben ook uitgerekend hoeveel hectares de Nederlandse melkveehouderij in 2030 nodig zou hebben om alle melkveemest te kunnen plaatsen. Op dit moment hebben Nederlandse melkveebedrijven ruim 897.000 hectare in gebruik. Als ook het areaal meegeteld wordt om al het ruwvoer te produceren is dat bijna 987.000 hectare. Bij een gemiddelde deelname aan de opkoopregeling, geen derogatie en vijftig procent benutting van renure ligt het benodigde areaal om alle melkveemest te kunnen plaatsen in 2030 in de buurt van het huidige areaal inclusief de externe hectares om het ruwvoer te produceren.