Economie

Meerderheid melkveehouders kijkt met zorg naar toekomstige rentabiliteit

Er bestaat onder melkveehouders een groot verschil in stemming over de rentabiliteit van hun bedrijfsvoering op korte en middellange termijn
Er bestaat onder melkveehouders een groot verschil in stemming over de rentabiliteit van hun bedrijfsvoering op korte en middellange termijn

Het vertrouwen van melkveehouders in de rentabiliteit van hun bedrijf is in het derde kwartaal van 2022 ongeveer op peil gebleven.

Over de middellange termijn is een meerderheid van de melkveehouders echter negatief gestemd. Het verschil tussen de verwachtingen op korte en middellange termijn werd daarmee afgelopen kwartaal groter, zo blijkt uit de meeste recente publicatie van de Agro Vertrouwens Index van Wageningen Economic Research.

Huidige stemming prima

De index, die de huidige stemming in de melkveehouderij aangeeft, ligt op op een hoog niveau. Alleen in de jaren 2013 en 2014 was de stemming onder melkveehouders nog beter. Bovendien is het sentiment in de melkveehouderij op dit moment het meest positief van alle agrarische sectoren.

Goed gevoel over afgelopen jaar

De conjunctuurindex, die aangeeft hoe melkveehouders terugkijken op de laatste twaalf maanden, is afgelopen kwartaal verder gestegen. Melkveehouders zijn negatief gestemd over de invloed van de kosten op hun bedrijfsvoering, maar aan de andere kant was de index van de opbrengstprijzen niet eerder zo hoog. Omdat ook de productiviteit beter werd beoordeeld dan een kwartaal eerder, stegen de indexen van omzet en winst.

Negatief over middellange termijn

Melkveehouders hebben hun verwachtingen voor de komende twaalf maanden afgelopen kwartaal naar beneden bijgesteld. Ze verwachten dat de opbrengstprijzen zullen dalen en dat ook de productie wat zal afnemen met een dalende omzet en winst tot gevolg. Ook hebben ondernemers in de melkveehouderij minder vertrouwen gekregen in de economische bedrijfssituatie over twee tot drie jaar. De index die dit vertrouwen aangeeft, ligt duidelijk onder het langjarig gemiddelde en is negatief. Dit betekent dat er meer melkveehouders zijn die negatief naar de toekomst kijken dan collega’s die hier positief over denken.