Economie

ING voorziet 2 tot 3 procent minder melk in 2025

Bij de huidige melkprijs leiden hoge mestafzetkosten volgens ING nog niet direct tot financiële problemen.
Bij de huidige melkprijs leiden hoge mestafzetkosten volgens ING nog niet direct tot financiële problemen.

Door deelname aan opkoopregelingen en 30 procent afroming bij verhandeling van fosfaatrechten zal de Nederlandse melkproductie in 2025 circa 2 tot 3 procent lager uitvallen dan in 2024.

Dit schrijft de bank ING over de melkveehouderij in de februari-update voor de agrarische sector.

Productiedaling zet versneld door

In 2024 daalde de melkproductie in Nederland al met ruim een procent in vergelijking met het jaar ervoor. De analisten van ING verwachten dat deze daling zich dit jaar versneld zal doorzetten. Zo wordt het grootste effect van deelname aan opkoopregelingen pas in de loop van 2025 zichtbaar.

Melkprijzen blijven op niveau

ING stelt vast dat de definitieve melkprijs van 2024 circa 3 cent boven het niveau van 2023 zal uitkomen. Na een dipje aan het einde van het jaar 2024 tonen de zuivelprijzen de laatste weken weer een stijgende lijn. Wereldwijd blijft de vraag naar zuivelproducten goed. Voor 2025 verwachten de specialisten van de bank dan ook dat de melkprijzen minimaal op het niveau van 2024 zullen blijven.

Markt voor bio groeit licht

Op de biologische melkmarkt ziet ING in Nederland een evenwicht tussen vraag en aanbod. Dit betekent dat de melkprijs mee kan stijgen met de markt. Dat is in 2024 ook gebeurd met een gemiddelde melkprijs die een cent hoger was dan in 2023. Ook voor 2025 voorzien de analisten een licht groeiende markt.

Geen financiële problemen door mestafzetkosten

Dit jaar zullen melkveehouders opnieuw geconfronteerd worden met hogere mestafzetkosten. Deze kunnen volgens ING voor individuele bedrijven oplopen tot meer dan 3 cent per kg melk. ‘Gezien de huidige melkprijs leidt dit nog niet direct tot financiële problemen’, schrijven de analisten van ING. ‘Maar de hoge mestafzetkosten tasten wel de rentabiliteit van de sector aan.’