Ruwvoer

Beginnende droogte: grasland wel beregenen, maisland (nog) niet

Door de harde bovengrond heeft mais op kleigrond moeite met de opkomst
Door de harde bovengrond heeft mais op kleigrond moeite met de opkomst

De verdamping van water op grasland is momenteel zo groot, dat het verstandig kan zijn om te starten met beregenen.

Voor de jonge maisplanten is het juist beter om het beregenen (voorlopig) nog even uit te stellen, zodat de wortels dieper in de bodem op zoek gaan naar water. 

Bovenlaag aansluiten bij onderlaag

‘Op de zandgronden in Zuid-Nederland zijn diverse boeren afgelopen week na de oogst van de eerste of tweede snede gestart met beregenen’, merkt Djessie Donkers, projectexpert plantgezondheid bij ZLTO. ‘Afhankelijk van de bodem volstaat een gift van 15 tot 20 millimeter. Veel meer is niet nodig, omdat de bodem het water anders niet goed kan opnemen.’ 

Het is opmerkelijk dat er nu alweer een beregeningsadvies geldt. Vier weken geleden konden de koeien nog maar amper geweid worden vanwege een gebrek aan draagkracht als gevolg van het natte voorjaar. ‘In de onderlaag zit inderdaad nog voldoende vocht, maar de bovenlaag droogt door de zon, de wind en de verdamping van het gras snel uit’, zo legt Donkers uit. ‘Grasland dat al wat ouder is, wortelt niet heel diep. Om aansluiting te houden bij de natte onderlaag is, voor de capillaire werking, ook voldoende vocht in de bovenlaag nodig.’ Ook voor het beter benutten van de bemesting is beregenen gunstig.

Harde korst op kleigronden

De kleine maisplanten onttrekken en verdampen nu nog weinig vocht en maisland op zandgronden beregenen is daarom niet nodig. ‘Maar het moment om ook daar te beregenen komt snel dichterbij’, aldus Donkers. ‘Op kleigronden zie je dat er een korst ontstaat waar het maisplantje maar moeilijk doorheen komt. Je kunt het maisplantje helpen door met tien tot vijftien millimeter water de bovenlaag soepeler te maken.’

Optimaal beregeningsmoment

Donkers wijst op het programma Beregeningsignaal waarmee je per perceel en gewas het optimale moment van beregenen kunt bepalen. ‘Het programma houdt rekening met de grondsoort, het gewas en de weersverwachting, waardoor je op een efficiënte manier het moment en de hoeveelheid water kunt bepalen. In de toekomst zullen daarvoor ook satellietbeelden worden gebruikt die de hoeveelheid gewas meten om zo nog nauwkeuriger voorspellingen te maken. Het draagt bij aan een bewust en efficiënt watergebruik.’