Maatschappij

Mais herinzaaien lonend bij minder dan 65.000 planten per hectare

mais
Een makkelijke manier om plantdichtheid te achterhalen is het tellen van het aantal maisplanten in de rij op een afstand van 13,3 meter

Mais herinzaaien is economisch verantwoord bij minder dan 65.000 planten per hectare. Dat zegt Mark De Beer, ruwvoeradviseur bij Groeikracht.

In sommige regio’s is de opkomst van de mais matig door natte percelen en vragen veehouders zich af wanneer herinzaai lonend is. Een makkelijke manier om dat te achterhalen is het tellen van het aantal maisplanten in de rij op een afstand van 13,3 meter. En dat een paar keer op hetzelfde perceel om daar het gemiddelde van te nemen.

Planten tellen

‘De tussenrij-afstand van mais bedraagt 75 cm’, legt De Beer uit. ‘Als je het aantal planten telt op een afstand van 13,3 meter in de rij dan weet je hoeveel planten er op 10 m² staan. Stel dat er 64 planten binnen die rijafstand staan, dan staan er 64.000 per hectare en is herzaaien interessant. Tel je 71 planten op die 13,3 meter, dan staan er 71.000 planten per hectare en doe je dat beter niet. Al kan in sommige gevallen een kleinere plantendichtheid een hoger aandeel zetmeel in de kolf brengen’, nuanceert hij.

Volgens de adviseur is een gift rijenbemesting bij herinzaai dit jaar geen verkeerd idee. ‘Dat kan een extra groeispurt geven om de gemiste groeidagen in te halen’, geeft hij mee.

Nattigheid gevolgd door rottigheid

Voor veel percelen werd herinzaaien dit jaar door de nattigheid gezien als laatste kans om de maisteelt te laten slagen. ‘Veel probleemtelefoontjes komen van boeren die bij het zaaien vooral naar de kalender hebben gekeken en niet naar de grond’, vervolgt De Beer. ‘Natuurlijk zijn we voorstander van vroeg zaaien. Maar waar april normaal een droge maand is, was dat tot nu toe de natste. Dat gooide roet in het eten voor vroege zaaiers.’

Sommige velden kwamen helemaal vol water te staan, waardoor het zaaizaad ging rotten. Als de mais na drie weken nog steeds niet opkomt en het zaad zacht is, is herinzaaien, al dan niet pleksgewijs, de enige optie.

Vooral vroege en late percelen veel vogelvraatschade

Ook vogelvraatschade kan een oorzaak zijn van een slechte opkomst. In dat geval kan een boer kiezen om enkel de weggepikte rijen opnieuw in te zaaien. ‘Vooral de erg vroege en laat ingezaaide percelen hebben veel kans op vogelvraatschade’, weet De Beer. ‘Want dan is het aanbod aan vers gezaaide maispercelen voor de vogels over het algemeen veel kleiner en de druk per perceel hoger’. Maar ook de effectiviteit van de vogelafwerende coatings speelt een rol.