Politiek

Erik Luiten over gesprek in Brussel: ‘Meer ruimte in derogatiedossier dan gedacht’

Erik Luiten over gesprek met kabinet van EU-commissaris Sinckevicius: ‘Ons werd duidelijk dat de vorige minister van landbouw de derogatie eigenlijk heeft weggegeven’
Erik Luiten over gesprek met kabinet van EU-commissaris Sinckevicius: ‘Ons werd duidelijk dat de vorige minister van landbouw de derogatie eigenlijk heeft weggegeven’

Gisteren organiseerden Agractie en de Nederlandse Melkveehouders Vakbond een demonstratie in Brussel om aandacht te vragen voor de desastreuze gevolgen van de afbouw van de derogatie.

Voor de actie was een manifest opgesteld, dat was ondertekend door elf belangenbehartigende organisaties. Na de bijeenkomst sprak een delegatie van de ondertekenaars bijna 2,5 uur met het kabinet van eurocommissaris voor milieu Sinkevicius. Erik Luiten, melkveehouder en bestuurslid van Agractie, was bij het gesprek aanwezig en kijkt met een positief gevoel terug.

Hoe was het gesprek?

‘Het was een heel open gesprek waarin we alle ruimte kregen om duidelijk te maken wat afbouwen van de derogatie voor ons boeren betekent. Dat maakte wel indruk. De ambtenaren toonden begrip voor onze situatie en gaven aan dat het goed was om eens direct met Nederlandse boeren te spreken. Wij hebben respect voor het werk van beleidsmedewerkers en lobbyisten, maar zij beleven de problematiek toch anders dan boeren die het direct raakt. Overigens verontschuldigde Sinkevicius zich dat hij niet bij het gesprek aanwezig kon zijn. Dat was zeker geen onwil, zoals hier en daar werd gesuggereerd. Hij had andere verplichtingen, maar heeft toegezegd ook zelf met ons in gesprek te willen.’

Wat heeft het gesprek concreet opgeleverd?

‘Hard toezeggingen hebben we niet gekregen. Maar het was ook niet reëel om te verwachten dat het afbouwen van de derogatie per direct opgeschort zou worden. De commissie gaf aan dat er financiële ruimte was voor flankerend beleid. Dat is mooi maar daar was het ons niet om te doen. Wij waren in  Brussel om te vechten voor ons bestaansrecht, niet voor een paar extra tientjes GLB-vergoeding. Daarnaast vertelden ze ons dat de komende maanden echt gas gegeven wordt op de toelating van renure-meststoffen. De planning is om het gebruik als kunstmestvervanger volgend jaar toe te staan.’

De aanleiding voor het gesprek waren de acute problemen door het afbouwen van de derogatie. Hebben jullie op dit dossier iets bereikt?

‘De commissie maakte ons duidelijk dat de vorige minister van landbouw de derogatie eigenlijk weg heeft gegeven. Door aan te geven dat Nederland werkte aan extensivering van de veehouderij zou de derogatie op termijn niet meer nodig zijn. Maar de ambtenaren maakten ons duidelijk dat ze best opnieuw naar de Nederlandse situatie willen kijken als we met cijfers kunnen onderbouwen dat de waterkwaliteit de afgelopen jaren wel degelijk is verbeterd.’

Er is dus meer mogelijk dan minister Adema zegt?

‘Jazeker. Ik snap dat de minister nul op het rekest krijgt als hij op basis van dezelfde informatie tot drie keer toe vraagt om de afbouw van de derogatie op te schorten. Het is nu aan ons om de juiste cijfers te verzamelen en in Brussel in te brengen. Overigens hebben we hierover goed contact met minister Adema.’

Is het niet zo dat Brussel graag wil dat Nederland minder dieren gaat houden en dat afbouwen van de derogatie een drukmiddel is om dat te realiseren?

‘Daar lijkt het wel op. Ook in de hoofden van deze ambtenaren wordt direct de link gelegd tussen dierlijke mest en verontreiniging van grondwater. Minder dieren zou gunstig zijn voor de waterkwaliteit. Maar iedere boer weet dat dierlijke mest juist nodig is voor een gezonde bodem, die voedingsstoffen zoals stikstof vast kan leggen. Wij waren stomverbaasd dat de commissieleden het onderzoek van Herman de Boer van Wageningen Universiteit niet kenden. Hij toonde wetenschappelijk aan dat het risico op uitspoeling van stikstof veel groter is bij gebruik van kunstmest dan bij gebruik van dierlijke mest. Ons is toegezegd dat ze dit rapport gaan bestuderen en met een reactie komen. Het gaat misschien wat te ver om te zeggen dat we de ambtenaren op andere gedachte hebben kunnen brengen. Maar we hebben in ieder geval wel een zaadje kunnen planten voor verandering.’

Wat moet er nu gebeuren?

‘Om de nood op korte termijn te verlichten hebben we bij minister Adema nog het verzoek neergelegd om uitrijden van meer dierlijke mest tijdelijk te gedogen. Daar heeft hij officieel ook nog niet op gereageerd. Maar een structurele oplossing moet uit Brussel komen. De commissie benadrukte het belang van een gedegen en stabiel beleid voor de lange termijn. Wij roepen de formerende partijen op om met spoed werk te maken van een plan om de derogatie terug te krijgen. Er moet een goed, met de juiste cijfers, onderbouwd plan komen, waarin rekening wordt gehouden met de milieudoelen, maar ook met de kwaliteit van de bodem en het gewas. Wij zullen daar ons best voor gaan doen, maar hebben daarvoor wel steun nodig van de politiek. De versnelling in de toelating van renure kwam er toen premier Rutte zich ermee ging bemoeien.’