Nieuws

Koeien voeren in productiegroepen levert vaak hoger voersaldo op

Het economisch voordeel van productiegroepen is groter naarmate melk- en voerprijs dichter bij elkaar liggen
Het economisch voordeel van productiegroepen is groter naarmate melk- en voerprijs dichter bij elkaar liggen

Bij koeien die in meerdere productiegroepen gevoerd worden, leiden groepswissels tot een dip in de melkproductie. Deze daling wordt echter vaak ruimschoots gecompenseerd door lagere voerkosten.

Dit blijkt uit onderzoek van het Spaanse instituut ICREA, waarvan de resultaten werden gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Dairy Science.

Stress kost productie

De onderzoekers analyseerden de uitkomsten van ruim 2.000 groepswissels op drie praktijkbedrijven. Op deze bedrijven kregen de koeien na de wissel een goedkoper rantsoen met minder energie en eiwit. De melkproductie van de koeien daalde na iedere wissel. Dit is het gevolg van het minder rijke rantsoen, maar vooral van de stress die plaatsing in een nieuwe groep teweegbrengt. Deze stress gaat in de eerste week ten koste van de voeropname en ligtijd.

Productiedaling valt mee

Uiteindelijk viel de productiedaling die kon worden toegeschreven aan de groepswissels echter mee. Deze bleef in de meeste wisselingen beperkt tot gemiddeld minder dan een kg melk per koe per dag. De daling in voeropname bleef beperkt tot maximaal 0,22 kg per dier per dag en in sommige situaties steeg de voeropname uiteindelijk zelfs. 

Hoger voersaldo door goedkoper rantsoen

Ondanks een dip in de melkproductie resulteerden groepswissels in de meeste gevallen tot een hoger voersaldo per koe per dag dankzij aanzienlijk lagere voerkosten (10 tot wel 29 euro per ton). Bij een melkprijs van 32 euro per 100 kg melk berekenden de onderzoekers een verhoging van het voersaldo na een groepswissel met 22 tot 75 eurocent per koe per dag. 

Vaarzen doorstaan wisselingen extra goed

De onderzoekers analyseerden ook de overgang van eerstekalfsdieren van een aparte vaarzengroep naar een laagproductieve of middelgroep. Vaarzen bleken bij uitstek in staat om de overgang naar een passender en goedkoper rantsoen om te zetten in extra voersaldo. Zo leidde verplaatsing van vaarzen naar de laagproductieve groep op een van de bedrijven tot 75 cent extra voersaldo per dier per dag, omdat de daling van de productie minder dan een halve kg melk was, terwijl de kostprijs van het rantsoen met 29 euro per ton daalde.

Bij hogere melkprijs minder interessant

Overigens pakten groepswisselingen niet in alle gevallen positief uit voor het voersaldo. Als in de lager productieve groep niet een aanzienlijk goedkoper rantsoen werd gevoerd, kon de lagere productie niet worden gecompenseerd door lagere voerkosten. Ook bleek het economisch voordeel van productiegroepen kleiner te worden bij een hogere melkprijs. Met andere worden: het economisch voordeel van productiegroepen wordt groter naarmate melk- en voerprijs dichter bij elkaar liggen.

Optimaliseren op voersaldo beter

De beslissing om een koe van de ene naar de andere groep te verplaatsen werd in de praktijk vooral gebaseerd op het lactatiestadium en het beschikbare aantal plaatsen in de verschillende groepen. Volgens de onderzoekers kan het economisch rendement van het werken met productiegroepen nog worden geoptimaliseerd door overplaatsingen te baseren op het te verwachten voersaldo. 

Het volledige (Engelstalige) artikel is te downloaden van de website van The Journal of Dairy Science.