Economie

Verschil melk- en voerprijs maakt hard voeren niet meteen interessant

Ook bij een grotere marge tussen melk- en krachtvoerprijs zijn diergezondheid en ruwvoerbenutting belangrijker dan een hoge productie
Ook bij een grotere marge tussen melk- en krachtvoerprijs zijn diergezondheid en ruwvoerbenutting belangrijker dan een hoge productie

De opbrengstprijs van een kilo melk is in het afgelopen jaar relatief harder gestegen dan de kostprijs van een kilo krachtvoer (A-brok). Toch zijn veehouders niet massaal harder gaan voeren voor meer melk.

Dit blijkt uit een overzicht dat PPP-Agro Advies maakte op basis van cijfers uit Agrimatie van Wageningen Economic Research.

Verschil naar 14 cent

Tot september vorig jaar was het verschil tussen de opbrengstprijs van een kg melk en de kostprijs van een kg A-brok steeds minder dan 10 cent. Sindsdien is dit geleidelijk opgelopen. Zo bedroeg het verschil in mei 2022 circa 14 cent. De hogere marge blijkt voor veehouders echter geen aanleiding om massaal harder te gaan voeren voor meer melk, zo stelt het adviesbureau vast. De nationale melkproductie bleef tot voor kort steeds achter op die van vorig jaar.

Meer melk, hogere fosfaatklasse

Volgens Sjon de Leeuw van PPP-Agro Advies is deze terughoudendheid goed te verklaren. ‘In Nederland kunnen we niet onbeperkt melken’, stelt hij. ‘Als de productie per koe stijgt kom je in een hogere fosfaatklasse. Beter is het om te streven naar een hoger sado per kg melk. Maar het voersaldo was bij mijn klanten tot voor kort nog niet hoger dan vorig jaar, al begint dat nu wel te veranderen’, aldus de adviseur.

Meer melk of hoger saldo

Ook bij een gunstige verhouding tussen melk- en krachtvoerprijs blijft het volgens De Leeuw belangrijk om eerst te werken aan een betere benutting van het eigen ruwvoer en pas daarna de krachtvoerkraan open te draaien. Hierbij maakt hij de kanttekening dat de gezondheid van de (verse) koeien altijd op de eerste plaats moet komen. ‘Meer melk is meer omzet, maar de vraag is steeds of er ook een hoger saldo overblijft’, aldus de adviseur. ‘Wie productie tot doel verheft komt vaak terecht in de categorie boeren met de hoogste voerkosten.’