Gras

Minder methaan bij hoger ruw eiwit in graskuil

De variatie in methaanemissie van graskuilen blijkt hoger dan tot nu toe verondersteld
De variatie in methaanemissie van graskuilen blijkt hoger dan tot nu toe verondersteld

Bij de vertering van graskuilen met een hoog ruweiwitgehalte komt minder methaan vrij dan bij de vertering van kuilen met een laag ruweiwitgehalte.

Dit blijkt uit een analyse van Eurofins Agro waarbij op basis van een nieuwe formule de methaanproductie per kg ds is berekend van bijna 10.000 kuilen.

Nieuwe berekening nauwkeuriger

Tot nu toe werd de hoeveelheid methaan die in de koeienpens wordt gevormd bij de vertering van graskuil, berekend op basis van het NDF-gehalte en het aandeel snijmais in het rantsoen. Onderzoekers van Wageningen Livestock Research hebben nu een formule ontwikkeld die de methaanemissie veel nauwkeuring berekent op basis van de verteerbaarheid (VCOS), het gehalte azijnzuur, het gehalte slecht verteerbare vezels (ADF) en het aandeel ruw vet. 

Meer variatie in methaanemissie

Eurofins Agro berekende met de nieuwe formule de methaanemissie van 10.000 kuilen uit de afgelopen jaren. Hieruit komt onder andere naar voren dat de variatie in methaanemissie veel groter is dan tot nu werd verondersteld. De gemiddelde methaanemissie kwam uit op 20,4 g methaan met 6,9 g als laagste en 40,1 g als hoogste waarde. De 25 procent hoogste kuilen hadden een gemiddelde methaanemissie van 23,7 g per kg ds. De 25 procent laagste kwamen uit op 17 g methaan per kg ds.

Minder methaan bij hoger ruw eiwit

Tussen de 25 procent laagste en 25 procent hoogste kuilen voor methaanemissie zag Eurofins duidelijke verschillen in voederwaarde. Zo was het gehalte ruw eiwit in de laagste kuilen gemiddeld 192 gram per kg ds en in de hoogste gemiddeld 148 gram per kg ds. De laagste kuilen hadden een NDF van 450 en een ADF van 248, waar deze waarden bij de hoogste kuilen uitkwamen op respectievelijk 498 en 287.

Jong maaien en secuur inkuilen helpt

De analyse van Eurofins Agro geeft ook inzicht in maatregelen die veehouders kunnen nemen om de methaanemissie van graskuilen te verlagen. Zo zorgt jong maaien voor kuilen met minder ruwe celstof en meer ruw eiwit. Het ruweiwitgehalte in voorjaarskuilen kan verder worden verhoogd door een groter deel van de bemestingsruimte te benutten voor de eerste snede. En een zode met een hoog aandeel goede grassen levert kuilen op met een laag gehalte slecht verteerbare vezels (ADF). Secuur inkuilen en gebruik van een inkuilmiddel tenslotte helpt om het azijnzuurgehalte laag te houden.