Gras

Mest verdund toedienen op zandgrond vermindert ammoniakemissie niet

Over het hele jaar heen zijn er geen verschillen gevonden in ammoniakemissie, droge stofopbrengst, stikstofopbrengst en lachgasuitstoot tussen de percelen waarop verdunde en onverdunde drijfmest werd toegediend
Over het hele jaar heen zijn er geen verschillen gevonden in de ammoniakemissie, de droge stofopbrengst, de stikstofopbrengst en de lachgasuitstoot tussen de percelen waarop verdunde en onverdunde drijfmest werd toegediend

Het verdund toedienen van drijfmest in grasland op zandgronden met een zodebemester zorgt er niet voor dat de ammoniakemissie na toediening vermindert.

Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen University & Research dat is uitgevoerd in opdracht van de Coalitie Toekomstige Melkveehouderij en landbouwminister Adema. De coalitie wilt dat 50 procent van de met een zodenbemester uitgereden mest in grasland op zandgrond in 2025 wordt verdund in de verhouding 2 delen mest op 1 deel water.

Op veen- en kleigronden wel lagere ammoniakemissie door verdunnen

Uit een eerder onderzoek bleek namelijk dat het toedienen van verdunde drijfmest met een sleepvoet of sleutkouter op veen- en kleigronden zorgt voor een lagere ammoniakemissie. Op zandgronden is het verdunnen van drijfmest moeilijker door een mindere beschikbaarheid van oppervlaktewater, waardoor dit in de praktijk nog nauwelijks wordt gedaan. Het kabinet wilde melkveebedrijven op zandgronden via een subsidieregeling stimuleren om met opgevangen regenwater de mest te verdunnen, maar hiervoor moest eerst de effectiviteit van de maatregel worden bepaald.

Effect van twee verdunningen onderzocht

Wageningen University & Research onderzocht in 2020 en 2021 op twee locaties het effect van het verdunnen van de mest op de ammoniakemissie, de droge stofopbrengst, de stikstofopbrengst en de lachgasuitstoot. Hierbij vergeleken de onderzoekers het toedienen van twee verschillende verdunningen, 1 deel mest op 0,5 deel water en 1 deel mest op 1 deel water, met het onverdund toedienen van mest met een zodenbemester op zandgrond.

Geen significante verschillen gevonden

Door het jaar heen zagen de onderzoekers dat de ammoniakemissie afhing van de omstandigheden tijdens de toediening van de mest en de dagen erna, maar een vermindereng van de ammoniakemissie bij de locaties waarop verdunde drijfmest werd toegediend stelden zij niet vast.  

In de jaaranalyse zagen de onderzoekers daarnaast geen significante verschillen in de droge stofopbrengst en de stikstofopbrengst tussen de locaties waarop verdunde of onverdunde mest was toegediend. Ook de verschillen in de lachgasuitstoot waren niet significant.

Subsidieregeling voor wateropvang om mest te verdunnen komt er niet

Landbouwminister Adema laat op basis van dit onderzoek aan de Tweede Kamer weten dat de subsidieregeling die gebruikt kan worden voor het opvangen van regenwater er niet komt. ‘Voor nu kies ik er voor om de managementmaatregel ‘mestverdunnen op zandgrond’ niet langer door te zetten en de inspanning om met de Coalitie Toekomstige Melveehouderij-partijen te komen tot afspraken over het verdund aanwenden van mest in grasland op zandgrond voorlopig te staken’, schrijft hij in een kamerbrief.

De landbouwminister laat weten dat er nog wel onderzoeken lopen naar innovatieve mestaanwendingstechnieken en het effect op de ammoniakemissie in het meerjarige programma Bemest op z’n Best.