Gras

Mediterrane grassen rukken op door klimaatverandering

De C4-plant glad vingergras wordt in Nederland steeds vaker gevonden
De C4-plant glad vingergras wordt in Nederland steeds vaker gevonden

Als gevolg van klimaatveranderingen verdringen grassoorten uit Zuid-Europa steeds vaker inheemse grassen, ook in grasland dat agrarisch wordt gebruikt. 

Dit blijkt uit onderzoek van Floron, de organisatie die zich inzet voor verspreidingsonderzoek naar en bescherming van de wilde planten in Nederland, gepubliceerd op de website Nature Today.

Klimaat mediterraniseert

Floron spreekt van de ‘mediterranisering’ van het Nederlands klimaat. Dat betekent dat de gemiddelde temperatuur stijgt en langdurige droogte en hitte vaker voorkomen. Grassen zoals glad en harig vingergras, handjesgras en stijf straatliefdegras verdringen daardoor inheemse grassen als Engels raaigras en gewone kropaar. Maar ook planten met een lange penwortel als wilde cichorei, gewoon biggenkruid en jakobskruiskruid komen steeds meer voor, net als eenjarige planten met een snelle levenscyclus zoals paarse dovenetel en zachte ooievaarsbek. 

C4-planten profiteren van droogte en warmte

De mediterrane grassen zijn zogenaamde C4-planten. Deze gebruiken in het proces van fotosynthese vier koolstofatomen per watermolecuul. Dit is in tegenstelling met C3-planten die van oorsprong in Nederland voorkomen, die drie koolstofatomen per watermolecuul gebruiken en daardoor meer water nodig hebben om glucose te kunnen maken en te kunnen groeien. C4-planten hebben veel zonlicht nodig en groeien pas goed als de temperatuur overdag niet meer onder de 12 graden zakt. In Nederland is dat steeds vroeger in het seizoen het geval.

Lagere voederwaarde

Voor veehouders is de mediterranisering van het grasland geen gunstige ontwikkeling. De voederwaarde van C4-grassen is namelijk aanzienlijk lager dan de voederwaarde van C3-grassen.