Voeren antibioticamelk verhoogt risico op resistente bacteriën

Kalveren die antibioticamelk gevoerd krijgen, hebben meer resistente bacteriën in de mest dan kalveren die geen antibioticamelk krijgen. 

Dit blijk uit Iers onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Dairy Science. De onderzoekers vermoeden dat het voeren van antibioticamelk op lange termijn bijdraagt aan de ontwikkeling van resistente bacteriën bij melkkoeien.

Proef van 24 weken

In het onderzoek werden drie groepen van in totaal 87 kalveren 24 weken gevolgd. De eerste groep kreeg gedurende de hele melkperiode van twaalf weken antibioticamelk, de tweede groep kreeg deze melk gedurende een periode van twee weken. De controlegroep kreeg melk zonder antibiotica. Om effecten van verschillen in melksamenstelling uit te sluiten, werd gebruikgemaakt van kunstmelk waaraan een vaste hoeveelheid antibiotica werd toegevoegd. De concentraties antibiotica waren vergelijkbaar met de residuen in melk van in de uier tegen mastitis behandelde koeien op de tweede dag van de wachttermijn.

Geen effect op groei en gezondheid

In het onderzoek werd geen effect gevonden van het voeren van antibioticamelk op de groei van kalveren. Daarvoor waren de concentraties waarschijnlijk te laag. Ook zagen de onderzoekers geen verschil in gezondheid tussen de drie groepen kalveren. Wel was de mest van de kalveren die antibioticamelk kregen, wat dunner dan die van de controlekalveren. Dit is mogelijk het gevolg van veranderingen in de darmflora.

Hogere concentraties resistente bacteriën

In de mest van alle kalveren werden antibioticaresistente E. colibacteriën gevonden. Maar bij de kalveren die antibioticamelk kregen, waren de concentraties duidelijk hoger dan bij de controlekalveren. De kalveren die antibioticamelk kregen, hadden voor het spenen ook meer andere resistente bacteriën in de mest. De onderzoekers waarschuwen dat dit op lange termijn bij kan dragen aan de ontwikkeling van resistenties tegen antibiotica bij melkkoeien.