Gezondheid

Vlaams MCC vindt in 20 procent melkmonsters antibioticaresistentie

Het melkcontrolecentrum vond in de tankmelkmonsters van vorig jaar vooral omgevingsgebonden bacteriën, zoals streptokokken
Het melkcontrolecentrum vond in de tankmelkmonsters van vorig jaar vooral omgevingsgebonden bacteriën, zoals streptokokken

In 20,7 procent van de tankmelkmonsters die het Melkcontrolecentrum Vlaanderen (MCC) in 2023 onderzocht, was het bèta-lactamase-gen aanwezig dat penicillineresistentie veroorzaakt. 

In 2022 vond MCC dit gen nog in 16,5 procent van de tankmelkmonsters. Penicilline wordt vaak ingezet bij infecties met stafylokokken. 

Vooral omgevingsgebonden bacteriën

Het melkcontrolecentrum vond in de tankmelkmonsters van vorig jaar vooral omgevingsgebonden bacteriën, zoals streptokokken. In 50 procent van de melkmonsters werden ook enterokokken gevonden. 

Aureus vraagt om aandacht

Staphylococcus aureus is volgens het MCC een aandachtspunt en wordt in 45,7 procent van de tankmelkmonsters gevonden. Dit is een verhoging van 4,5 procent ten opzichte van 2022.  

Ook de koegebonden en heel besmettelijke bacterie Streptococcus agalactiae (SAG) vraagt om aandacht. Net als in verschillende andere landen komt deze bacterie steeds vaker voor. Vorig jaar werd de bacterie in 7,9 procent van de tankmelkmonsters gevonden. In 2022 was dit nog in 2,1 procent van de monsters. Streptococcus agalactiae zorgt voor subklinische infecties.  

Niet-aureus stafylokokken belangrijkste subklinische mastitisverwekker

Uit de kwartiermonsters van 2023 blijkt dat niet-aureus stafylokokken de belangrijkste verwekker zijn van subklinische mastitis. Ook Streptococcus uberis en Staphylococcus aureus zijn belangrijke verwekkers van subklinische mastitis. 

Bij klinische mastitis is E. coli de belangrijkste verwekker. Ook Staphylococcus aureus, Streptococcus uberis, Streptococcus dysgalactiae en niet-aureus stafylokokken werden volgens MCC vaak in de kwartiermonsters gevonden.