Melkveehouders beurden 45 tot 50 cent van consumenteneuro

Van iedere euro die consumenten betaalden voor melk in de supermarkt, ging in de jaren 2021 tot en met 2023 circa 45 tot 50 cent naar melkveehouders.
De nettomarge die veehouders realiseerden was minimaal tot zelfs negatief. Dit blijkt uit de monitor prijsvorming voedingsmiddelen van Wageningen Social & Economic Research.
Nettomarge min 2 tot plus 1 procent
Het aandeel van 45 tot 50 cent gold voor regulier geproduceerde melk en voor melk met een duurzaamheidslabel. De nettomarge voor melkveehouders (in percentage van de verkoopprijs) lag voor regulier geproduceerde melk op min 2 procent en voor melk met een duurzaamheidslabel op plus 1 procent.
Marge biologisch min 13 procent
Biologische melkveehouders kregen van de consumenteneuro circa 55 cent terug via de melkgeldafrekening. Met deze extra vijf tot tien cent werd het verschil in productiekosten tussen gangbare en biologische melk echter niet gedekt. Biologische melkveehouders haalden op melk een nettomarge van min 13 procent.
Aandeel supermarkten 36 tot 38 procent
Supermarkten beurden in de onderzoeksjaren van iedere consumenteneuro zo’n 36 tot 39 cent. Dit aandeel verschilde niet wezenlijk tussen gangbaar, gangbaar met duurzaamheidslabel en biologisch. Aan gangbare melk hielden supermarkten een nettomarge van 1 procent over. Voor gangbare melk met een duurzaamheidslabel was de nettomarge 6 procent en voor biologische melk 8 procent.
Verwerkers leverden in
Het aandeel in de consumenteneuro voor de zuivelverwerkers verschilde van 8 cent voor biologische melk tot 16 cent voor reguliere melk. De prijsafspraken in de contracten voor 2021 en 2022 deden volgens de onderzoekers voor de verwerkers geen recht aan de stijging van de prijzen van agrarische grondstoffen. Ze hielden aan de verwerking van biologische melk nog een nettomarge van één procent over. Maar voor gangbare melk en gangbare melk met een duurzaamheidslabel was de marge respectievelijk 2 en 3 procent negatief.
Marge op kaas voor verwerkers positief
Voor kaas was het aandeel van de melkveehouders in de consumenteneuro zo’n 53 tot 55 cent voor gangbaar en gangbaar met een duurzaamheidslabel met een nettomarge van respectievelijk min 2 en plus 1 procent. Voor biologische kaas lag dit aandeel op 44 cent bij een nettomarge van min 13 procent. Zuivelverwerkers moesten het doen met 12 cent voor gangbare kaas, 8 cent voor gangbare kaas met een duurzaamheidslabel en 18 cent voor biologische kaas. Toch behaalden kaasmakers een positieve nettomarge op alle kaas, maar waarschijnlijk vooral op biologische kaas.
Supermarkten verdienen veel aan kaas
Supermarkten behaalden op kaas een brutomarge van 35 tot 38 procent. Deze schakel maakte relatief veel winst op alle productvarianten (nettomarge 6 procent voor gangbaar en 10 procent voor gangbaar met een duurzaamheidslabel), maar vooral op biologische kaas (12 procent).