In 2026 mestafvoeren vanaf 11.100 kg melk per hectare

Vanaf 2026 zullen melkveebedrijven op zandgrond die meer dan 11.100 kg melk per hectare produceren, mest af moeten voeren. 

Dat blijkt uit een doorrekening van de aflopende derogatievoorwaarden door FarmConsult, het adviesbedrijf van ForFarmers.

Aflopende derogatie zorgt voor steeds groter mestoverschot

‘In 2022 lag die intensiviteit bij een stikstofnorm van 230 kg nog op 15.000 kg melk per hectare’, zo schetst Larson Arendsen Raedt, teamleider mestwetgeving bij FarmConsult. Hij maakte een berekening op basis van een melkveebedrijf op zandgrond met 10.000 kg melk per koe, een gemiddeld tankmelk ureum van 20 en 25 procent vervangingspercentage. ‘Met het aflopen van derogatie daalt de mestplaatsingsruimte. Voor dit jaar geldt de norm van 210 kg N per hectare waardoor bedrijven nu met meer dan 13.700 kg melk al mest moeten afvoeren. Dat loopt volgend jaar terug naar 12.400 kg melk en vanaf 2026 ligt dat op 11.100 kg melk per hectare’. 

Inzet Renure wellicht per 1 januari 2025

Arendsen Raedt schetste het toekomstscenario van de mestplaatsingsruimte tijdens een studiedag over mestverwaarding dat ForFarmers organiseerde in Lochem. Er was veel belangstelling voor mestvergisten en het strippen van mest en veel vragen uit de zaal gingen over de kansen voor goedkeuring van Renure. Renure is een kunstmestvervanger uit verwerkte dierlijke mest. ‘De voorbereidingen voor de implementatie van kwaliteitsystemen en certificering om 100 kg stikstof uit Renure als kunstmestvervanger in te mogen zetten zijn in volle gang. De overheden streven er naar dat het per 1 januari 2025 mogelijk moet zijn’, aldus Arendsen Raedt. Hij rekende voor dat de 100 kg N extra plaatsingsruimte vanuit Renure, van 170 kg N naar 270 kg N, een voordeel oplevert van 25 m3 mest per hectare. ‘Dat zal betekenen dat er dan minder mest afgevoerd hoeft te worden en in dit geval pas vanaf een intensiteit vanaf 17.600 kg melk per hectare.’ 

Rendement niet vanzelfsprekend

Ondanks de grote belangstelling voor het bewerken van mest als oplossing voor de mestproblematiek, schetste Arendsen Raedt dat investeren in meststrippers of vergisten niet voor elk bedrijf geschikt is. ‘Bedrijfsomvang, subsidie, regio, de huidige mestafzetkosten en vooral of de mestafvoer op basis van stikstof of van fosfaat moet plaats vinden bepalen het rendement. Het is dus erg bedrijfsspecifiek. Laat je daarom goed voorlichten en reken het goed uit voordat je de investeringsstap maakt.’