Renure vooral interessant voor extensieve bedrijven
Het produceren van kunstmestvervangers uit drijfmest (renure-meststoffen) kost melkveebedrijven tussen de 22 en 42 euro per ton en is financieel interessanter voor extensieve dan voor intensieve bedrijven.
Tot deze conclusie komt Rick Hoksbergen, branchespecialist melkvee bij Countus accountants en adviseurs, na doorrekening van de kosten en baten van investeren in technieken voor de productie van renure.
Besparen op kunstmest
Hoksbergen bracht de terugverdienmogelijkheden in beeld van een JOZ-stikstofkraker. Daarbij ging hij uit van de inzet van maximaal 100 kg stikstof uit renure-meststoffen per hectare, zoals opgenomen in de voorstellen van de Europese Commissie. Naast vaste kosten voor investering in de installatie en variabele productiekosten werden besparingen op de aankoop van kunstmest als baten meegenomen.
Kostprijs tussen 22 en 42 euro per kuub
Uit de berekeningen van Hoksbergen blijkt dat investeren in installaties voor de productie van Renure-meststoffen het meest interessant is voor extensievere bedrijven. Zo kost het verwerken van een kuub drijfmest tot renure bij de huidige (kunstmest)prijzen per saldo 28 euro voor een bedrijf met 180 koeien en 2 gve per hectare. Voor een bedrijf met hetzelfde aantal koeien en 3,5 gve per hectare loopt dit op naar 38 euro per kuub. In de scenario’s die de adviseur doorrekende, varieerde de kostprijs van 22 tot 42 euro per kuub.
Fosfaatplaatsingsruimte wordt beperkend
De invloed van de bedrijfsintensiteit op de kostprijs voor renure heeft te maken met de fosfaatplaatsingsruimte. ‘Bij verwerking van drijfmest tot renure haal je wel stikstof, maar geen fosfaat uit de mest’, legt Hoksbergen uit. ‘De fosfaatplaatsingsruimte wordt dan beperkend voor de hoeveelheid drijfmest die je kunt plaatsen op je grond. Hoe extensiever het bedrijf, hoe groter de fosfaatplaatsingsruimte. Voor de intensievere bedrijven zal investeren in een stikstofkraker niet voorkomen dat alsnog een deel van de mest moet worden afgevoerd.’
Meer mais, minder ruimte voor renure
Naast de bedrijfsintensiteit bepaalt ook het aandeel snijmais in het bouwplan de kostprijs voor de productie van renure. Op een hectare snijmais kan minder fosfaat worden geplaatst dan op een hectare gras. ‘Hoe groter het maisareaal, hoe minder verwerkte mest als renure op het eigen bedrijf kan worden afgezet’, concludeert Hoksbergen.
Een achtergrondverhaal over renure is te lezen in het juninummer van Veeteelt, dat eind vorige week is verschenen.