Zuivel

Nederlander ‘ontmelkt’, maar ‘ontzuivelt’ niet

De gemiddelde Nederlander is in de loop van deze eeuw steeds minder melk gaan drinken maar steeds meer kaas gaan eten
De gemiddelde Nederlander is in de loop van deze eeuw steeds minder melk gaan drinken, maar steeds meer kaas gaan eten

De gemiddelde Nederlander is sinds 2005 ongeveer 20 procent minder melk(producten) gaan drinken, maar circa 40 procent meer kaas en kwark gaan eten.

Dit komt naar voren uit een overzicht van de gebruikscijfers van zuivel, opgesteld door Wageningen Economic Research in opdracht van Wakker Dier.

Van 18,5 naar 25,0 kg kaas

In 2005 dronk de gemiddelde Nederlander nog 56,6 kg volle, halfvolle en magere melk en werd 47,5 kg yoghurt, karnemelk, chocolademelk, vla, pap en pudding geconsumeerd. In 2022 was de jaarlijkse consumptie van melkproducten gedaald naar 80,5 kg per hoofd van de bevolking. In dezelfde periode steeg het verbruik van kaas en kwark van 18,5 naar 25,0 kg per Nederlander. Overigens deed de verschuiving in consumptiepatroon zich vooral voor in de periode tot en met 2019. De laatste jaren is het verbruik in beide productcategorieën redelijk stabiel. De consumptie van boter en boterolie bleef de afgelopen 18 jaar constant.

Zuivel houdt plaats in dieet

De totale jaarlijkse consumptie van zuivelproducten per hoofd van de bevolking daalde van bijna 129 kg in 2005 naar ongeveer 110 kg in 2022. Daarbij moet worden opgemerkt dat voor de productie van een kilo kaas of kwark veel meer melk nodig is dan voor de productie van vloeibare zuivel. ‘Zuivel is en blijft een belangrijk onderdeel van het Nederlands dieet’, concluderen de onderzoekers. ‘Nederland ‘ontmelkt’ maar ontzuivelt niet’, stellen ze vast.

Het onderzoeksrapport waarin de consumptiecijfers worden gepresenteerd en toegelicht is te downloaden van de website van Wageningen UR.