Voeding

Reststromen uit voedingsindustrie zijn potentiële krachtvoervervanger

De melkproductie en het metabolisme veranderde bij reststromen uit de voedselindustrie als krachtvoervervanger niet. Wel is verder onderzoek nodig om de lange termijneffecten te bepalen
De melkproductie en het metabolisme veranderden bij reststromen uit de voedselindustrie als krachtvoervervanger niet. Wel is verder onderzoek nodig naar de langetermijneffecten

Voedsel dat niet langer geschikt is voor menselijke consumptie, zoals reststromen uit de bakkerij-industrie, lijkt zonder nadelige gevolgen voor de melkproductie of stofwisseling te kunnen worden ingezet als krachtvoer voor melkkoeien. 

Dat blijkt uit recent Zwitsers onderzoek van Agroscope, waarbij reststromen uit de bakkerij-industrie zijn getest als vervanger van graan in het rantsoen van lacterende koeien. Volgens de onderzoekers zijn reststromen uit de voedselindustrie, zoals deeg, snoepgoed of koekjesresten, die niet langer geschikt zijn voor menselijke consumptie, een kansrijk alternatief binnen de eiwittransitie. Ze kunnen bijdragen aan minder voedselverspilling en een efficiënter gebruik van grondstoffen in de melkveehouderij.

Ruim helft krachtvoer vervangen door reststromen

Zes weken lang kregen 34 melkkoeien met een gemiddelde melkproductie van 35 kg melk per dag dagelijks vers gras en 6 kg krachtvoer; op basis van graan of op basis van 55 procent reststromen uit de voedingsindustrie, goed voor zo’n 14 procent van het totale rantsoen. In sommige rantsoenen werd ook 5 procent cacaodoppen toegevoegd om te kijken of dat minder methaan zou opleveren. De koeien werden verdeeld over een voorjaars- en een najaarsgroep om seizoenseffecten te meten. 

Melkproductie, metabolisme en methaanuitstoot bleven gelijk

De resultaten laten zien dat de melkproductie op gemiddeld 35 kg melk per koe per dag bleef liggen. Ook het metabolisme van de koeien veranderde niet. De pens-pH en fermentatieprocessen bleven binnen gezonde marges, al varieerden die wel tussen de lente en herfst. De onderzoekers verwachten dat dit komt door seizoensgebonden veranderingen in voeropname, ruwvoer en de samenstelling van de reststromen. 

Ongeacht het type krachtvoer of het seizoen bleef de methaanuitstoot gelijk. Cacaodoppen hadden hier dus geen invloed op.  

Verder onderzoek nodig

De onderzoekers benadrukken wel dat verder onderzoek nodig is, vooral naar de gezondheid van de pens op langere termijn en naar de wisselende samenstelling van dit soort reststromen.