Voeding

Al het met aflatoxine besmette voer opgehaald en vervangen

Al het voer met een te hoge waarde aan aflatoxine is intussen opgehaald en vervangen
Al het voer met een te hoge waarde aan aflatoxine is intussen opgehaald en vervangen

Op alle bedrijven die voer kregen met een te hoge waarde aan aflatoxine is het verontreinigde voer intussen opgehaald en vervangen. 

‘Het was een enorme operatie, waaraan honderden mensen afgelopen week keihard hebben gewerkt’, meldt Ruud Tijssens, die als woordvoerder van Agrifirm optreedt. ‘We zijn allereerst dankbaar voor alle hulp van boeren en onze eigen medewerkers, maar ook van organisaties vanuit de zuivel, Qlip, COKZ, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, SecureFeed, NZO, transport- en collega-voerbedrijven. Dankzij hun hulp is het zo snel gelukt.’ 

Bijna alle bedrijven weer vrij

Vorige week werd bekend dat 497 rundveebedrijven zijn geblokkeerd. Zij hadden voer ontvangen van de Agrifirm-fabriek in Drachten, waarin mais was verwerkt met te hoge waarden voor aflatoxine B1. Aflatoxine is een gifstof, die wordt geproduceerd door schimmels en kankerverwekkend kan zijn. Op de vraag of alle bedrijven na controle van de melk op aflatoxine weer vrij zijn, blijft Tijssens het antwoord schuldig. ‘Dat is een vraag waarop de Nederlandse Zuivel Organisatie het antwoord weet.’ NZO laat op haar beurt weten dat bijna alle bedrijven zijn vrijgegeven. 

Besmette mais had ‘gemiddeld’ risico

Het vrachtschip met mais was afkomstig uit Zuid-Frankrijk. De aanwezigheid van aflatoxine in mais uit die regio is een bekend risico, maar volgens de risicoanalyse van de controlerende organisatie SecureFeed werd het risico op aflatoxine als ‘gemiddeld’ ingeschat, legt Tijssens uit. 

Voordat de duwbak werd gelost, is de mais onderzocht. De gemeten waarden bleven onder de afgesproken normen voor aflatoxine. ‘Pas daarna zijn we de duwbak gaan lossen en gestart met de verwerking. Maar bij een steekproef van het eindproduct bleek de norm toch te worden overschreden. Dan moet je meteen handelen.’ 

Check, check, dubbelcheck

Het rundveevoer waarin de mais was verwerkt, werd vervolgens getraceerd. Boeren werden benaderd en organisaties als NZO en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit ingeschakeld. ‘Het was echt check, check, dubbelcheck. Hebben we echt al het voer achterhaald? Daar zijn we dag en nacht mee bezig geweest. Om het zekere voor het onzekere te nemen is ook alle kalverbrok die in dezelfde fabriek werd verwerkt, opgehaald en vervangen. Je wilt elk risico uitsluiten om te voorkomen dat de aflatoxine in de melk terechtkomt.’ 

Koeien die het voer al vraten, zijn er overigens niet ziek van geworden, aldus Tijssens. 'Aflatoxine heeft geen effect op de diergezondheid, maar je wilt zeker weten dat besmet voer niet per ongelijk bij lacterende koeien terecht komt en zo in melk.'

Volgende fase is nazorg

Nu de ophaal- en omruilactie nagenoeg afgerond is – ‘we zijn nog een keer aan het bekijken of we echt alles hebben gedaan wat nodig was’ – richt Agrifirm zich op de nazorg. ‘We gaan nu de tweede fase in. Volgende week start een nazorgteam in Meppel dat zich volledig bezig gaat houden met de schadeafhandeling. Dat moet heel zorgvuldig. We hebben een goede verzekeraar en zijn nu in gesprek met de verzekeraar over de verdere aanpak. Het belang van de boeren staat bij ons voorop.’ 

De schade is ‘enorm’. Het gaat niet alleen om het ophalen en vervangen van het voer, maar ook om melk die weggelopen moest laten worden. ‘We krijgen veel vragen van boeren en daarom richten we ook een callcenter in om ze goed te kunnen helpen. Er zit wel verschil tussen de reacties van boeren. Er is zeker wel begrip, maar het scheelt nogal of het bedrijf snel weer vrij was en de melk geleverd kon worden of dat de uitslag op zich liet wachten.’ 

Zijn de protocollen goed genoeg?

Tijssens meldt ook dat met de organisatie SecureFeed alle processen en protocollen worden doorlopen. ‘Dit had ieder mengvoerbedrijf kunnen overkomen. Voor zover we nu weten, hebben we ons gehouden aan alle protocollen en is er voldoende en tijdig bemonsterd. Er gelden terecht strikte normen. We weten niet waar het mis is gegaan. Het goede nieuws is wel dat we dankzij kordaat handelen van verschillende partijen hebben voorkomen dat producten in de voedselketen terecht zijn gekomen. Als straks blijkt dat het, ondanks het volgen van de protocollen, niet veilig genoeg was, dan moeten de protocollen aangepast worden om een herhaling te voorkomen.’