Emissiearme stal geen garantie voor natuurvergunning

De Raad van State heeft vandaag uitspraak gedaan over het verlenen van natuurvergunningen aan drie Utrechtse melkveebedrijven, met twee verschillende types emissiearme stallen.

De drie melkveebedrijven krijgen geen natuurvergunning voor uitbreiding, omdat niet gegarandeerd kan worden dat de emissiearme vloeren de emissies daadwerkelijk voldoende reduceren.

Het gaat hierbij om de bedrijfstypes A1.13 en A1.28. Dit zijn ligboxenstallen met roostervloer die voorzien zijn van cassettes in de roosterspleten en een mestschuif en ligboxenstallen met roostervloeren met rubberen matten en met een hellend profiel of kunststofcassettes met kleppen in de roosterspleten waarover een mestschuif loopt.

Onzekerheid over praktijkresultaat

Van de emissiearme stallen in kwestie is het volgens Raad van State onzeker dat ze in de praktijk doen wat ze beloven, terwijl zekerheid volgens Europese natuurbeschermingsregels wel vereist is bij het verlenen van natuurvergunningen. ‘De rekenwaarden (zogenoemde emissiefactoren) die worden gebruikt om de stikstofuitstoot te berekenen, bieden daarom te weinig zekerheid dat de natuur geen schade oploopt’, aldus de Raad van State.

In dit geval gaat de uitspraak alleen om de twee genoemde staltypen. Het onderzoek dat ten grondslag ligt aan het besluit is breder en bekritiseert de betrouwbaarheid van de emissiefactoren.

Teleurgestelde reacties

In een eerste reactie van LTO Nederland spreekt de organisatie van een teleurstellende uitspraak die boeren verder in onzekerheid brengt. Vooralsnog staat de rol van innovatie bij verduurzaming volgens LTO terecht niet ter discussie.

Ook Agractie heeft gereageerd op de uitspraak. Volgens Agractie is het van groot belang dat door de overheid goedgekeurde stalsystemen juridisch hard zijn en stand houden voor de rechter. Een dergelijke investering moet volgens Agractie niet achteraf aanvechtbaar zijn.