Stikstof

Door einde derogatie stijgt kritieke melkprijs naar € 52,90, minder koeien geen oplossing

Bij verlies van derogatie verhoogt het inkrimpen van de veestapel de kritieke melkopbrengst met 15,70 euro
Bij verlies van derogatie verhoogt het inkrimpen van de veestapel de kritieke melkopbrengst met 15,70 euro

Door het verlies van derogatie en rentestijgingen stijgt de kritieke melkopbrengst in 2026 naar minimaal 52,90 euro per 100 kg melk. Inkrimpen van de veestapel om de mestproductie te verkleinen is financieel niet aantrekkelijk. Dit verhoogt de kritieke melkopbrengst met bijna 16 euro extra. 

Dat blijkt uit berekeningen van Alfa Accountants en Adviseurs. Van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023 lag de kritieke melkopbrengst volgens Alfa nog op 48,40 euro.

Per hectare grasland 20 kuub mest minder

Door het verlies van derogatie mag er in 2026 nog maar 170 kg stikstof per hectare worden geplaatst. Alfa rekent dat er in één kuub mest ongeveer 4 kg stikstof zit, dus in 2026 mag er nog 42 kuub mest per hectare grasland worden geplaatst. Dit is 20 kuub per hectare grasland minder dan in 2022 toen er nog 62 (bij 250 kg stikstof) of 57 kuub (bij 230 kg stikstof) mest per hectare mocht worden geplaatst. Hierdoor moet mest op een andere manier worden afgezet. Alfa verwacht dat mestafzet in 2026 gemiddeld 20 euro per kuub zal kosten.

Kritieke melkopbrengst stijgt naar 53 euro

Alfa maakte een prognose van de kritieke melkopbrengst bij het verlies van derogatie in 2026 voor een bedrijf met een productie van 1.195.000 kg melk, 129 melkkoeien, 67 stuks jongvee en 67 hectare grond. Hierbij hielden ze ook rekening met een stijging van de rente naar 4,5 procent, een inflatie van 7 procent en een daling in de privélasten door dalende inkomstenbelastingaanslagen. De uitkomsten van deze berekening zijn weergegeven in de tabel. Voor het voorbeeldbedrijf stijgt de kritieke melkopbrengst naar bijna 53 euro.

Kritieke melkopbrengst ruim 15 euro hoger bij krimp veestapel

Om te bepalen of het verkleinen van de veestapel en daarmee het voorkomen van mestafzetkosten voordeliger uitkomt dan het behouden van de melkproductie met mestafzetkosten, maakte Alfa voor het voorbeeldbedrijf een prognose van de kritieke melkopbrengst bij een krimp van de veestapel van 40 procent, waarbij alle mest op eigen grond geplaatst kan worden op basis van de forfaitaire stikstofproductie. Uit deze prognoses blijkt dat het verkleinen van de veestapel met 40 procent in combinatie met het verlies van derogatie een nadelig effect heeft op de kritieke melkopbrengst. In deze situatie ligt de kritieke melkopbrengst op 68,60 euro, terwijl de kritieke melkopbrengst bij enkel het verlies van derogatie op 52,80 ligt. Bij verlies van derogatie verhoogt het inkrimpen van de veestapel de kritieke melkopbrengst dus met 15,70 euro extra.

Alfa maakte een prognose van de kritieke melkopbrengst bij het verlies van derogatie in 2026 en bij het verlies van derogatie in 2026 in combinatie met een krimp van de veestapel van 40 procent, bron: Alfa Accountants en Adviseurs
Alfa maakte een prognose van de kritieke melkopbrengst bij het verlies van derogatie in 2026 en bij het verlies van derogatie in 2026 in combinatie met een krimp van de veestapel van 40 procent (bron: Alfa Accountants en Adviseurs)

Variabele kosten dalen bij krimp, vaste kosten niet

Hoewel de kosten voor melkvee, de aankoop van voer, loonwerk voor het voeren, de mestafzet en betaalde arbeid lager liggen als de veestapel op een melkveebedrijf krimpt, blijven de vaste kosten gelijk in vergelijking met de volledige veestapel. Met een krimp van de veestapel van 40 procent neemt ook de melkproductie met 40 procent af. De lagere kosten compenseren de lagere melkproductie bij lange na niet, waardoor de kritieke melkopbrengst hoger uitvalt dan bij een melkveebedrijf die de veestapel niet inkrimpt, maar wel mestafzetkosten heeft.