Ruwvoer

Veel snijmais in Zuid-Nederland is al oogstrijp

Op de droger zandgronden is door noodrijpheid de mais zo ver om gehakseld te worden
Op de drogere zandgronden is door noodrijpheid de mais zover om gehakseld te worden

Snijmais op droge percelen in Zuid-Nederland is oogstrijp. Dat blijkt uit Kijk op Mais, waarmee veevoerfabrikant De Heus op acht percelen in Nederland wekelijks het drogestofpercentage meet. 

Op het perceel in Oploo is de grens van 36 procent droge stof bereikt en in Wamel ligt dat percentage op 33 procent. ‘Het gaat hard met het percentage droge stof. Met het huidige weer kan er zomaar een procent droge stof per dag bij komen’, zo duidt Arnee Korevaar, productmanager rundvee bij De Heus, de cijfers. ‘Met andere woorden: ga je maisperceel in en kijk goed hoe rijp de mais al is.’ 

Noodrijpe mais op droge zandgronden

Volgens Korevaar is het perceel in Oploo ‘noodrijp’ door de droogte. ‘Dat betekent dat de plant verdort. De sapstromen vallen stil en de plant kleurt bruin. Als ook de bovenste bladeren bruin beginnen te worden, zal de kolf niet meer verder afrijpen en kun je beter het gewas hakselen. Het is zeker niet ideaal, maar als je langer wacht, worden de kwaliteit en de smakelijkheid alleen maar minder.’ 

Volgens Korevaar ligt het ideale hakselmoment tussen de 36 en 38 procent droge stof. ‘Als je veel droger hakselt, wordt het zetmeel bestendiger. Het inkuilproces heeft voldoende vocht nodig, zodat er zuren worden gevormd die de korrel inweken. Op die manier komt het zetmeel voor de koe straks goed beschikbaar.’ 

Hakselaar tijdig reserveren

De verschillen in drogestofpercentage zijn groot. ‘In Noord-Nederland is de situatie echt wel anders dan op de zandgronden in Zuid- en Oost-Nederland. Daar is de mais nog minder ver, is de kleur nog mooi groen en gaat het afrijpingsproces normaal door. Maar ook daar geldt dat je nu al wel moet gaan kijken hoever de mais is. Tussen het moment van beslissen om te gaan hakselen en het moment dat de hakselaar voor je perceel staat, kan zomaar een aantal dagen zitten. En dan heb je weer een paar procent droge stof erbij.’

Vlaamse mais minder ver

Het Centrum voor Voedergewassen (LCV) volgt ook een aantal percelen in Vlaanderen. Daar lijkt de mais minder ver afgerijpt en ligt het gemiddelde drogestofpercentage nog onder de 30 procent.

De wekelijkse drogestofbepaling van Kijk op Mais is via deze link te bekijken.