Late maiszaai zet voederwaarde snijmais onder druk
De verlate inzaai van mais dit jaar zorgt er voor dat uiteindelijke maiskwaliteit bij de oogst onder druk komt te staan. Vooral middenlaat of late mais rassen zullen voor 1 oktober de optimale rijpheid niet op tijd behalen, zo voorspelt Arjan Lassche, Agro Service Manager bij KWS.
Lassche ziet dat de maiszaai zowel in België als Nederland zeer wisselend vordert. ‘In de beste gevallen zit er in sommige streken al meer dan de helft in de grond’, begint hij. ‘Dat zie je voornamelijk in de droge gebieden met lichte gronden. Maar in het oostelijke en westelijk deel van België en Nederland is er veel regen gevallen. Daar zit nog maar twintig tot dertig procent in de grond.'
Ook landbouwers op zwaardere gronden hebben het lastiger. In combinatie met de vele regen is die grond moeilijk bewerk -en berijdbaar. De Agro Service Manager geeft aan dat de werkzaamheden van de eerste snede gras ook meespelen met de late maiszaai. ‘Voor de loonwerkers was het afgelopen weken erg druk’, vervolgt hij. ‘Tijdens het droge weer vorige week stond alles in het kader van gras binnenhalen. Nu dat achter de rug is en de maiszaai weer prioriteit wordt, is het te nat.’
Vroeg ras en onderzaai biedt een oplossing
Omdat de mais nu twee à drie weken later in de grond zit dan normaal, voorziet Lassche lagere voederwaarden tijdens de oogst. Immers, op 1 oktober moet er een vanggewas op het land staan en de snijmais eraf vanwege wetgeving. ‘Middenlate of late rassen behalen op dat moment hun optimale rijpheid niet’, zegt hij. Het werken met een vroeg maisras kan daar een oplossing in bieden. ‘Als de aanschaf daarvan nog lukt natuurlijk, want niet alle handelaren hebben nog een vroeg ras ter beschikking’, weet hij.
Werken met onderzaai dan maar? ‘In het kader van de vanggewas wetgeving is dat een oplossing’, aldus Lassche. ‘Als het vanggewas al onder de mais staat kan je nog sturen naar de beste oogstdatum.’ Naar oogstdatum toe geeft Lassche nog mee dat dat het beste voor 15 oktober gebeurt. Nadien beginnen de dagen te korten en zal de dagelijkse toename in voederwaarde sterk af te nemen.
Hopen op droge zomer
‘In het beste geval maakt een droge zomer veel goed en wordt er in mei, juni en juli voldoende groei en een toch nog tijdige afrijping gerealiseerd’, vervolgt Lassche. ‘Maar natuurlijk weet niemand dat op voorhand. Voorlopig hebben enkel landbouwers met een vroeg ras een voordeel.'
Nat voorjaar door weerfenomeen El Niño
Dat dit voorjaar zo nat start komt volgens het Koninklijk Nederlandse Meteorologisch Instituut (KNMI) door een duidelijk verband tussen de sterke El Niño’s en de regenval in het daaropvolgende voorjaar in een deel van West- en Midden-Europa. El Niño is een verschijnsel waarbij de temperatuur van zeewater in de Stille Oceaan opwarmt.
Het natte voorjaar houdt waarschijnlijk verband met deze temperatuurafwijkingen in Zuidoost Azië. Dit is een vertraagd gevolg van El Niño. Deze temperatuurverandering beïnvloedt de ligging van hoge- en lagedrukgebieden. Als gevolg hiervan neemt de voorjaarsneerslag langs de 50e breedtegraad toe. Nederland en België liggen hier ook aan.