Ruwvoer

Het ene ras smalle weegbree is het andere niet

Door selectie van de juiste rassen kunnen de prestaties van kruidenrijk grasland met smalle weegbree kunnen worden verbeterd
Door selectie van de juiste rassen kunnen de prestaties van kruidenrijk grasland met smalle weegbree worden verbeterd

Rassen van het kruid smalle weegbree vertonen grote verschillen in opbrengst, concurrentievermogen en aandeel secundaire metabolieten. Dit betekent dat door selectie van de juiste rassen de prestaties van kruidenrijk grasland met smalle weegbree kunnen worden verbeterd.

Dit concluderen onderzoekers van het Louis Bolk Instituut uit een verkennende rassenvergelijking, die ze uitvoerden is samenwerking met zaaizaadleveranciers Barenbrug en DLF. 

Metabolieten verbeteren stikstofbenutting

Het kruid smalle weegbree is onderdeel van veel mengsels voor productief kruidenrijk grasland. De plant kan goed tegen droogte, heeft een relatief hoge opbrengst en voederwaarde en bevat de stoffen aucubine en catapol. Deze zogenaamde secundaire metabolieten remmen de omzetting van ammonium naar nitraat, waardoor de stikstofbenutting in de bodem en de eiwitbenutting in de pens van de koe verbetert. 

Aanzienlijke opbrengstverschillen

De onderzoekers vergeleken vijf verschillende rassen smalle weegbree op twee locaties op zandgrond. Hierbij werd de weegbree zowel in monocultuur als in mengsels met Engels raaigras geteeld. Tussen de rassen in monocultuur werden aanzienlijke verschillen in opbrengst gevonden. De hoogst productieve rassen haalden in vier sneden een opbrengst van circa 9 ton droge stof per hectare. Het minst productieve ras kwam niet verder dan 7 ton droge stof per hectare. In de mengsels met gras waren de verschillen tussen rassen kleiner, omdat een groot deel van de totale opbrengst bepaald werd door de opbrengst van gras.

Selecteren op inhoudsstoffen mogelijk

Naast opbrengst is ook concurrentievermogen met gras een belangrijk eigenschap voor smalle weegbree. Rassen die goed kunnen concurreren met gras zullen zich gemakkelijker handhaven. Ook voor dit kenmerk werden in de vergelijkingsproef duidelijke rasverschillen gevonden. Zo varieerde het aandeel smalle weegbree in een mengsel met gras van 3 tot 17 procent. Ten slotte vonden de onderzoekers grote verschillen in het aandeel secundaire metabolieten tussen de verschillende rassen. Dit betekent dat er ook mogelijkheden zijn om rassen smalle weegbree te selecteren op inhoudsstoffen.