Grasstroken tussen mais: meer regenwormen zonder opbrengstderving

Het is mogelijk om zonder opbrengstverlies mais in te zaaien in grasland zonder eerst te ploegen. Als tussen de maisrijen stroken grasland blijven staan, is dat gunstig voor het aantal regenwormen. Dat heeft een positief effect op de bodemstructuur en de benutting van meststoffen.
Dit blijkt uit een veldexperiment, uitgevoerd door onderzoekers van het Louis Bolk Instituut op een vruchtbare zandgrond in Drenthe.
Ploegen vergeleken met niet-kerend
De onderzoekers vergeleken verschillende methoden om zonder ploegen mais te telen op een perceel grasland. In eerder onderzoek was bij de teelt van mais na gras al een vergelijking gemaakt tussen traditioneel ploegen en het achterwege laten van een kerende grondbewerking in combinatie met doodspuiten van gras en chemische onkruidbestrijding. Hieruit kwam naar voren dat de maisopbrengst in beide behandelingen vergelijkbaar was. Maar in de niet-geploegde grond werden vier keer meer regenwormen gevonden en deze grond had een betere structuur, waardoor water sneller wegzakte.
Stroken grasland tussen mais
In dit vervolgonderzoek werd op een deel van de proefveldjes het gras doodgespoten met glyfosaat en werd ook onkruid in het maisgewas chemisch bestreden. Daarnaast pasten de onderzoekers een behandeling toe waarbij de graszode voor inzaaien van de mais volvelds tot vier centimeter diep werd gefreesd. Op de helft van de volvelds gefreesde proefveldjes werd onkruid chemisch bestreden. Op de andere helft werd een combinatie van eggen en aanaarden toegepast om onkruid aan te pakken. Bij de derde behandeling werden in de grasmat stroken van 60 centimeter breed gefreesd waarin de mais werd gezaaid, maar bleven daartussenin stroken van 15 centimeter grasland staan. Ook bij deze behandeling werd in de helft van de proefveldjes chemische onkruidbestrijding toegepast en in de andere helft mechanische.
Vergelijkbare opbrengst, meer wormen
In dit veldexperiment werden tussen de verschillende behandelingen geen wezenlijke verschillen in maisopbrengst gevonden. In de veldjes waar grasstroken bleven staan, werden echter wel veel meer wormen geteld. ‘Door een stuk gras te sparen houd je permanente begroeiing onder de mais. Dat is een mooi systeem, waarbij je een soort vluchtstrook voor regenwormen en insecten creëert’, stelt onderzoeker Joachim Deru. ‘En dat is gunstig voor de bodemkwaliteit’, stelt hij. ‘Wormen ervoor zorgen dat de grond luchtig blijft, vooral in de bovenste lagen. Hierdoor kunnen planten beter wortelen en kan water beter infiltreren. Daarnaast spelen wormen een belangrijke rol bij het vrijmaken van nutriënten voor de planten.’
Bestrijding gras en onkruid aandachtspunt
Er kleven ook nadelen aan een systeem zonder ploegen en chemische onkruidbestrijding, erkennen de onderzoekers. Boeren zullen regelmatig onkruid moeten bestrijden of het gras tussen de mais moeten maaien. Het gras (en onkruid) mag namelijk niet te veel concurreren met de mais. Het Louis Bolk Instituut onderzoekt welke technieken hiervoor het beste werken en of robotisering een oplossing is.