Emissies uit melkveestallen met 16 procent onderschat
De uitstoot van CO2, methaan en ammoniak uit stallen met melkvee wordt 16 procent onderschat door de huidige rekenmethodes.
Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Wageningen University & Research op de Dairy Campus. De onderzoekers valideerden het veelgebruikte CIGR-model – dat de ventilatie in een stal berekent op basis van de CO2-productie van koeien en mest – onder praktijkomstandigheden op Dairy Campus. De onderschatting komt volgens WUR waarschijnlijk doordat melkkoeien de afgelopen 25 jaar zwaarder zijn geworden, meer melk produceren en actiever zijn dan de dieren waarop het originele model is gebaseerd.
Helft emissies komt uit de stal
De uitkomst van het onderzoek betekent niet dat de totale emissie uit de melkveehouderij 16 procent hoger ligt, schrijven de onderzoekers. Voor de totale emissie geldt dat vijftig procent uit de stal komt en vijftig procent afkomstig is van het land. De ammoniakemissie van de melkveehouderij zou daarmee 6 tot 9 procent hoger zijn dan tot nu toe werd aangenomen.
Onderschatting voor elk vloertype
Demissionair minister Femke Wiersma reageert in een Kamerbrief op de bevindingen. Volgens haar zeggen de nieuwe inzichten niets over de werking van emissiearme stalsystemen, omdat de onderschatting voor alle staltypen geldt. Ook de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden verandert niet, aangezien deze is gekoppeld aan metingen in de buitenlucht en de daadwerkelijke emissie niet toeneemt, alleen de berekening wordt aangepast.
Toch kunnen de resultaten van invloed zijn op de emissiefactoren die worden gebruikt bij vergunningverlening. Onderzoek moet uitwijzen welke gevolgen het onderzoek heeft voor het beleid, zoals het stikstofbeleid en vergunningverlening.
