Bijna 9 op 10 melkveehouders had vorig jaar een mestoverschot

In 2024 produceerde 87 procent van de melkveebedrijven meer dierlijke mest dan volgens de gebruiksnormen op eigen grond mag worden aangewend.
Dit blijkt uit publicaties van het Compendium voor de Leefomgeving, die zijn gebaseerd op cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Gelijk aan 2023
Het percentage melkveebedrijven met een mestoverschot was vorig jaar vergelijkbaar met dat in 2023. Het aandeel overschotbedrijven nam sinds 2000 met zestig procent toe als gevolg van de invoering en aanscherping van gebruiksnormen.
82 procent mest van rundvee
De mestproductie van de totale Nederlandse veestapel was in 2024 iets lager dan in 2023. Van deze mestproductie was ruim 82 procent afkomstig van rundvee, 13 procent van varkens en 5 procent van pluimvee en overige diersoorten.
Berekende stikstofverliezen uitgangspunt
Het Compendium voor de Leefomgeving gaat bij de bepaling van de overproductie niet uit van de forfaitaire stikstofverliezen die voor veehouders van toepassing zijn, maar van verliezen die berekend zijn met het National Emission Model for Agriculture (NEMA). De hoeveelheid stikstof in de mest op basis van forfaitaire waarden kan afwijken van de hoeveelheid stikstof in de mest berekend met NEMA.