Maatschappij

Pilot druppelirrigatie onder grasland krijgt vervolg

De Vogelwerkgroep Geesteren zorgt ook via bevloeing van plasdrasgebieden voor weidevogels
De Vogelwerkgroep Geesteren zorgt ook via bevloeing van plasdrasgebieden voor weidevogels (foto: Vogelwerkgroep Geesteren)

Druppelirrigatie onder kruidenrijk grasland zorgt voor meer voedsel voor weidevogels.

Dat is de conclusie na één jaar van Vogelwerkgroep Geesteren, die een perceel grasland voorzag van dripslangen voor druppelirrigatie. Het project krijg daarom een vervolg. De werkgroep wil daarvoor de 20.000 euro subsidie inzetten, die ze kreeg van Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied (SBNL) Natuurfonds.

Vastgegroeide dripslangen

‘We zagen afgelopen jaar vijftien pullen van de grutto’s vliegvlug worden. Meestal trokken ze kort na uitkomst weg om voedsel te zoeken. Maar het natte kruidenrijke grasland met de dripslangen zorgde voor meer wormen en insecten waardoor de kuikens voldoende konden foerageren’, vertelt Hennie Schröder, voorzitter van Vogelwerkgroep Geesteren, verheugd.

‘We gaan opschalen, maar nooit meer met dripslangen’, aldus Schröder. ‘Door roest in het water zaten de slangen snel dicht en het was een enorm karwei om de slangen uit de grasmat te krijgen. We wilden geen rommel achterlaten in het land, maar het was enorm veel werk, omdat de wortels van het gras om de slangen waren gegroeid.’

Vijftig procent hogere grasopbrengst

Het doel van het project is om aan te tonen dat intensieve landbouw en weidevogels prima samen kunnen gaan. ‘Druppelirrigatie verhoogt de productie van gras. We willen daarom druppelirrigatie aanleggen in een perceel dat 25 procent kruidenrijk grasland voor de weidevogels bevat. De overige 75 procent mag de boer gebruiken voor productief grasland, waarvan we veronderstellen dat de opbrengst door de druppelirrigatie op 150 procent ligt. Zo hebben zowel de weidevogels als de melkveehouder profijt van druppelirrigatie’, aldus Schröder.

70 kilometer irrigatiebuis

Voor het project zal 70 kilometer aan irrigatiebuis de grond in gaan. ‘Dit keer een hardere, duurzame buis waarbij zand niet de buis in kan spoelen. De buis moet 25 jaar mee kunnen’, legt Schröder uit. De grootste kostenpost lijkt echter de bron, omdat ijzer in het water in Geesteren een probleem is. ‘Waarschijnlijk moeten we naar 200 meter diepte boren voor het juiste water’, aldus Schröder.

De Vogelwerkgroep haalde deze week het nieuws door de donatie van SBNL, maar dat is nog lang niet genoeg om de beoogde 5,5 hectare grasland te voorzien van de irrigatiebuizen. Volgens Schröder zijn er ook andere donateurs en subsidies in het vooruitzicht. ‘We hopen dit najaar te starten. Voor nu zijn we al te laat, de eerste grutto’s en kieviten zijn al gesignaleerd. Als we nu aan het werk zouden gaan, zouden we ze wegjagen. En dan schieten we ons doel natuurlijk voorbij.’

In onderstaande video van de Vogelwerkgroep Geesteren wordt het project uitgelegd.