Maatschappij

NZO: ‘Stikstofplannen ondermijnen toekomst van vitale bedrijfstak’

NZO vraagt in een persbericht aandacht voor de stikstofplannen vanuit de zuivelsector en de plaatselijke en mondiale rol van de sector
NZO vraagt in een persbericht aandacht voor de stikstofplannen vanuit de zuivelsector en de plaatselijke en mondiale rol van de sector

Er dreigt een kaalslag van het landelijk gebied als de stikstofplannen van het kabinet worden uitgevoerd, zo stelt NZO.

‘De plannen zijn onrealistisch en onwenselijk. Daarbij ondermijnen ze de toekomst van een vitale sterke bedrijfstak met een grote economische, maatschappelijke en sociale spilfunctie in het landelijk gebied.’

Plannen vanuit sector

NZO brengt verder de voorstellen van de Coalitie Toekomstige Melkveehouderij (bestaande uit LTO, NAJK, Rabobank en NZO) weer onder de aandacht. ‘We hebben concrete voorstellen gedaan voor stikstofreductie, die doorgerekend zijn door Wageningen Universiteit. Deze voorstellen zijn realistisch en uitvoerbaar en hebben draagvlak.’ Met deze plannen heeft het kabinet tot op heden niets gedaan, geeft NZO aan.

Aandacht voor technologie

Omdat het kabinet heeft aangegeven dat de uitvoering van het beleid moet worden uitgevoerd door de provincies, vraagt NZO nu de provinciale bestuurders om de voorstellen in de gebiedsplannen op te nemen. Binnen de voorstellen ligt de nadruk vooral op het faciliteren van technologie voor het reduceren van stikstof en ammoniak. Volgens NZO moet technologie ‘stevige aandacht’ krijgen binnen alle ontwikkelrichtingen. ‘Politieke partijen die ontkennen dat technologie een deel van de oplossing is, boeren achteruit.’

Geef sector ruimte

Tot slot geeft NZO nog aan dat Nederland als zuivelketen een belangrijke bijdrage levert aan de mondiale voedselvoorziening. ‘De toeleverende en verwerkende industrieën en de kennisinstellingen hebben Nederland als agro-kennisland op de kaart gezet. Hierdoor is de sector één van de meest innovatieve zuivelsectoren in de wereld. Geef de sector de ruimte om dit blijvend waar te maken.’