Nog geen convenant dierwaardige veehouderij
Het is nu niet mogelijk om te komen tot een convenant dierwaardig veehouderij. Dat deelde demissionair landbouwminister Adema in een kamerbrief mee. De deelnemende partijen gaan wel verder in gesprek.
Minister Adema schrijft in de Kamerbrief dat het nu niet mogelijk is om tot een volledig samenhangend pakket van afspraken te komen. Dit heeft volgens hem te maken met de verschillende belangen van de deelnemende partijen en de complexiteit die het oplossen van sommige knelpunten in het dierenwelzijn met zich meebrengt. Maar ook de demissionaire status van het kabinet staat het afsluiten van een convenant in de weg. Hierdoor kan het Rijk namelijk geen langjarig (financieel) commitment geven.
Randvoorwaarden nog niet ingevuld of geborgd
Adema laat weten dat de sectorpartijen samen met de Dierenbescherming ver zijn gekomen. Het is duidelijk geworden welke randvoorwaarden er vanuit de markt en keten, financiers en overheid nodig zijn om tot een dierwaardige veehouderij in 2040 te komen. Jeanette van de Ven, portefeuillehouder Gezonde Dieren bij LTO, meldt in een nieuwsbericht van LTO dat deze randvoorwaarden echter vooralsnog niet ingevuld of juridisch geborgd zijn in het convenant. ‘Voor ons is het van wezenlijk belang dat hier duidelijkheid en harde garanties voor komen’, stelt ze.
Geen convenant heeft mogelijk verstrekkende gevolgen
De reparatiewet – die een amendement op de Wet Dieren vervangt door een wettelijke regel waaraan Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) worden gekoppeld – wordt binnenkort in de Tweede kamer behandeld. De AMvB’s zouden zijn gebaseerd op de het convenant en een verdere uitwerking geven van de wet waarin wordt weergegeven hoe een diergericht systeem eruit moet zien.
Is er voor de behandeling in de Tweede Kamer nog geen convenant getekend, dan gaat vanaf 1 juli 2024 het oorspronkelijke amendement op de wet dier van kracht. Het wordt dan verboden om landbouwhuisdieren te houden waarbij het natuurlijk gedrag wordt beperkt. ‘Dit kan verstrekkende gevolgen hebben voor de veehouderij’, meldt LTO. De ondernemers- en werkgeversorganisatie blijft daarom aangehaakt en beslist mee over de afspraken die worden gemaakt in het kader van dierenwelzijn. Van de Ven: ‘Uiteindelijk werken we naar een totaalpakket waar alle partijen achter moeten kunnen staan. De komende tijd werken we verder met het invullen van de plannen van aanpak en de randvoorwaardes, zodat de stappen voor de sector haalbaar zijn.’
Veehouderijsectoren, marktpartijen en maatschappelijke organisaties zijn betrokken
In een dierwaardige veehouderij kunnen dieren hun natuurlijke gedrag uitoefenen en vinden er geen ingrepen meer bij dieren plaats. De partijen die werken aan het convenant zijn Caring Farmers, Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL), Centrale Organisatie voor de Vleessector (COV), de Dierenbescherming, de Duurzame Zuivelketen, Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), LTO, LTO/NPO, Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK), Producentenorganisatie Varkenshouderij (POV), Stichting Brancheorganisatie Kalverssector (SBK) en het ministerie van LNV.
