Maatschappij

Focus op Natura 2000 in Europees akkoord over natuurherstelwet

Om de uitstoot uit de landbouwsector terug te dringen en de biodiversiteit te verbeteren, blijkt het herstellen van drooggelegde veengebieden een van de meest kosteneffectieve maatregelen
Om de uitstoot uit de landbouwsector terug te dringen en de biodiversiteit te verbeteren, blijkt het herstellen van drooggelegde veengebieden een van de meest kosteneffectieve maatregelen

Donderdagavond hebben het Europees Parlement en de EU-lidstaten een akkoord bereikt over de natuurherstelwet. Met de wet wil de Europese Unie aangetaste natuur in de Europese Unie herstellen, minimaal 20 procent van het land en 20 procent van de zeegebieden in 2030 en alle ecosystemen in 2050. 

Nu het akkoord over de natuurherstelwet er is, moet het enkel nog worden aangenomen door het Parlement en de Raad, voordat het in werking treedt. Alle Europese lidstaten stellen zelf een nationaal herstelplan op, waarin tot in detail wordt uitgelegd hoe het land de streefdoelen gaat bereiken. 

Afgezwakte versie

Hoewel de definitieve tekst van de natuurherstelwet er nog niet is, blijkt dat de voorstellen in het akkoord behoorlijk zijn afgezwakt ten opzichte van het eerdere voorstel van voormalig Eurocommissaris Frans Timmermans. In het akkoord staat nu dat lidstaten in 2030 minimaal 30 procent van de in slechte staat verkerende natuur hersteld moeten hebben. In 2040 loopt dit percentage op naar 60 procent en in 2050 naar 90 procent. Tot 2030 wordt er prioriteit gegeven aan Natura 2000-gebieden. 

'Het voorstel van de Commissie was ideologisch gedreven, praktisch onhaalbaar en een ramp voor boeren, boseigenaren, vissers en lokale en regionale overheden, vooral in dichtbevolkte gebieden. Bovendien dreigde het de uitrol van belangrijke infrastructuur en hernieuwbare energie te vertragen, essentieel voor het bereiken van onze klimaatdoelstellingen. We zijn blij om te zien dat de andere politieke groeperingen in onze richting zijn gegaan wat betreft veel van de belangrijkste zorgen die we hebben', meldt parlementslid van de Europese Volkspartij Christine Schneider op de website van EPP. 

Inspanningen tellen mee, resultaten niet

Zo worden landbouw- en visserijfondsen (GLB en GVB) niet meer gebruikt voor natuurherstelmaatregelen, tellen voor boeren de inspanningen mee en niet de resultaten en is voedselzekerheid een centrale doelstelling in de wet, zodat voedselprijzen omlaag gebracht kunnen worden. Ook worden de lidstaten in het nieuwe akkoord niet verplicht om minimaal 10 procent van de landbouwgronden in Europa in te vullen met landschapselementen. ‘Dat zou het landbouwareaal flink verminderen en de inflatie verhogen’, stelt Schneider. 

Herstel van drooggelegde veengebieden

Om de uitstoot uit de landbouwsector terug te dringen en de biodiversiteit te verbeteren, blijkt het herstellen van drooggelegde veengebieden een van de meest kosteneffectieve maatregelen, schrijft het Europees Parlement. Hierom zijn er in het akkoord ook doelen opgenomen om drooggelegde veengebieden te herstellen: 30 procent van de drooggelegde veengebieden gebruikt voor landbouwdoeleinden moet in 2030 weer vernat zijn. In 2040 moet dit percentage 40 procent en in 2050 50 procent zijn. Het Europees Parlement meldt dat het vernatten van drooggelegde veengebieden vrijwillig blijft voor boeren en particuliere grondeigenaren. 

Daarnaast staat in het akkoord dat de lidstaten maatregelen moeten nemen om in 2030, en daarna iedere zes jaar, een positieve trend te bereiken in twee van de indicatoren: graslandvlinderindex, het aandeel landbouwgrond met landschapskenmerken met een hoge diversiteit en de voorraad organische koolstof in de minerale bodem van akkerland. 

Noodrem

Als blijkt dat de streefdoelen de beschikbaarheid van landbouwgronden voor voedselproductie op Europees niveau in gevaar brengen, kunnen de doelstellingen worden opgeschort door de toevoeging van een noodrem aan het akkoord.