Huisvesting

Dairy Campus: tijd voor dierwaardige stal zonder emissies

Volgens Dairy Campus is het tijd voor een totaal nieuw stalconcept waarbij dierwelzijn en emissiereductie centraal staan
Volgens Dairy Campus is het tijd voor een totaal nieuw stalconcept waarbij dierwelzijn en emissiereductie centraal staan

Innovatiecentrum Dairy Campus wil in 2025 starten met de bouw van een nieuwe stal, waarbij een hoge arbeidsefficiëntie, dierwaardigheid en emissiereductie centraal staan. 

Dat vertellen Aebe Aalberts en Kees de Koning, managers bij Dairy Campus, in het januarinummer van Veeteelt. 

Grote zandbak

‘Onze oudste stal is dertig jaar oud en deze willen we vervangen. We zitten nog in de ontwerpfase, maar arbeidsefficiëntie staat boven aan het verlanglijstje. Het idee is dat we via automatisch voeren en melken met één man 200 koeien kunnen verzorgen’, aldus Aebe Aalberts. ‘Om emissies te reduceren willen we mest en urine scheiden, waardoor onderkeldering wellicht niet nodig is. Misschien wordt het wel een grote zandbak, of een dichte stal waar je de lucht uit zou kunnen zuiveren, maar we zijn er nog niet uit.’

Tijd voor nieuw stalconcept

Volgens Kees de Koning zitten de plannen nog volop in de ontwerpfase en is het tijd om te denken aan een totaal nieuw stalconcept. ‘Soms moet je af van een idee dat blijft voortborduren op bestaande situaties. De introductie van de ligboxenstal is een goed voorbeeld. Dat stalsysteem was iets totaal anders dan de grupstal en betekende echt een revolutie. Als je er nu naar kijkt, kun je zeggen dat het voor de mestkwaliteit niet goed is geweest, maar de ligboxenstal heeft de melkveehouderij qua arbeidsefficiëntie veel gebracht. Soms heb je een systeemverandering nodig om verder te komen. Wellicht staan we nu op het punt dat er een ander stalsysteem nodig is. Een systeem zonder drijfmest dat bijdraagt aan minder emissies en meer dierwelzijn.’

EVA-stal

De stal zou ook energieneutraal moeten zijn. Daarom heeft het ook al een werktitel gekregen: de EVA-stal: EmissieVrij en Autarkisch. Daarbij staat autarkisch voor zo min mogelijk afhankelijk zijn van anderen. En niet onbelangrijk is volgens De Koning het onderwerp dierwaardig. ‘Er wordt steeds vaker de vraag gesteld welke rol het dier heeft of zou moeten hebben in het huidige voedselsysteem. Dan kijk je verder dan naar een efficiënte productie en voedselveiligheid. Hoe beoordelen we natuurlijk diergedrag? Misschien moeten we wel nadenken over een systeem waarin kalveren bij de koe kunnen blijven’, aldus De Koning. ‘De vraag is of je met zo’n dierwaardig systeem ook een hoge arbeidsefficiëntie kunt halen. En hoe zit het met de emissies en de kosten bij een dergelijk stalontwerp? En ja, al die ideeën kunnen gaan schuren. Maar dat maakt het tot een boeiend proces.’