Gras

‘Voor kwaliteitshooi is een drooginstallatie onmisbaar’

Het winnen van berghooi is een arbeidsintensief proces
Het winnen van berghooi is een arbeidsintensief proces

Kruidenrijk berghooi uit de Alpen staat bekend om de heerlijke geur en bijzondere kwaliteit. Het winnen van dit hooi is niet eenvoudig en arbeidsintensief.

'Boeren die echt kwaliteitshooi willen winnen, kunnen niet zonder hulp van een kunstmatige hooidrooginstallatie', vertelt de Italiaanse hooispecialist Thomas Prünster.

Voorkom verbrokkeling

‘Berghooi is uniek omdat het vaak kruiden bevat. Goed hooi begint met een goede grasmat’, aldus Prünster die in het Italiaanse Zuid Tirol voor de boerencooperatie Bring als hooispecialist werkt. Bij nagenoeg alle 1700 leden van de coöperatie is hooi het hoofdbestanddeel van het rantsoen. ‘De uitdaging van kwaliteitshooi is het voorkomen van bladverlies door verbrokkeling van het blad’, zo legt Prünster uit. ‘In het blad zit het eiwit en je wilt niet dat dat achterblijft op het land. Hoe droger het gewas, hoe meer blad je verliest. Daarom heeft meer dan de helft van de boeren hier een kunstmatige drooginstallatie.’

Kunstmatig drogen

Dankzij de drooginstallatie kan het gras al naar huis gereden worden bij een droge stofpercentage van 60 tot 70 procent. ‘In de schuur kan het dan verder gedroogd worden tot meer dan 85 procent droge stof. Door slimme technieken, zoals het bladen van natuurlijk opgewarmde lucht door het hooi, blijven de energiekosten van het drogen beperkt’, aldus Prünster.

Kruiden eiwitrijk, maar niet productief

De vele kruiden zoals weidesalie, weegbree, kamille en madeliefjes en vlinderbloemigen maken het weidehooi uniek. ‘Op de hoger gelegen percelen in de bergen bestaat de grasmat uit 60 procent grassen en 15 procent vlinderbloemigen en vind je als snel meer dan 15 procent aan kruiden’, aldus Prünster. ‘De kruidensoorten varieren per grondsoort, per dorp en per berg. Kruiden hebben elk hun eigen mineralen en zijn vaak eiwitrijk. Erg productief zijn ze doorgaans niet.’

Beregenen

In Zuid-Tirol ligt de helft van het land minimaal 1000 meter boven de zeespiegel. Er zijn 4350 melkveehouders die gemiddeld 14 koeien melken en 7 hectare grasland beheren. Een kwart van de bedrijven kan de lager gelegen weiden beregenen. Dat is noodzakelijk omdat de jaarlijks neerslag ligt tussen de 450 en 700 millimeter en het gras door de geringe bouwvoor snel last heeft van droogte.

In het zomernummer van VeeteeltGRAS, dat eind juli verscheen, is een uitgebreid interview te lezen met Thomas Prünster.