Gras

Ruw eiwit in graskuil bepaalt groot deel ammoniakemissie

Verlagen van de ammoniakemissie van het rantsoen blijkt goed samen te kunnen gaan met verlagen van de broeikasgasemissie
Verlagen van de ammoniakemissie van het rantsoen blijkt goed samen te kunnen gaan met verlagen van de broeikasgasemissie

Verlagen van het ruweiwitgehalte in graskuil is de belangrijkste voermaatregel die veehouders kunnen nemen om emissies van ammoniak via het voerspoor te verminderen.

Dit blijkt uit een analyse van de KringloopWijzers van het jaar 2021 van ruim 11.000 melkveebedrijven die door onderzoekers van Wageningen Livestock Research is uitgevoerd in het kader van het project Koe & Eiwit.

Laagste bedrijven op 142 gram ruw eiwit

De onderzoekers rangschikten de bedrijven op het ruweiwitgehalte in het totale rantsoen van melkkoeien en jongvee. Ze maakten een opsplitsing tussen de tien procent met het laagste ruweiwitgehalte, de tien procent met het hoogste ruweiwitgehalte en de tachtig procent daartussenin. De tien procent laagste bedrijven voerde een rantsoen met gemiddeld slechts 142 gram ruw eiwit per kg droge stof. De tien procent hoogste bedrijven voerde gemiddeld een rantsoen met 178 gram ruw eiwit per kg droge stof en de middengroep kwam uit op 161 gram ruw eiwit per kg droge stof.

Ruw eiwit in graskuil belangrijkste factor

Variatie in het ruweiwitgehalte in graskuilen blijkt de belangrijkste verklaring voor de verschillen tussen de groepen. De tien procent laagste bedrijven voerde kuilen met gemiddeld 153 g ruw eiwit per kg droge stof, de middengroep zat op 169 gram ruw eiwit en de tien procent hoogste bedrijven op 182 gram ruw eiwit. Ook het aandeel snijmais in het rantsoen (27%, 18% en 8%) was een belangrijke verklaring voor de verschillen, net als het re-gehalte in vers gras (177, 188 en 203). Andere verschillen in rantsoenen bleken niet of slechts beperkt van invloed op het totale re-gehalte.

Grote verschillen in ammoniakemissie

De drie groepen bedrijven laten grote verschillen zien in de berekende emissies van ammoniak. Zo bedraagt de emissie van ammoniak uit de stal en mestopslag op de lage bedrijven gemiddeld 8,5 kg ammoniak per gve, terwijl de hoge bedrijven gemiddeld 12,9 kg ammoniak per gve uitstoten. Ook de verschillen in ammoniakuitstoot uit bemesting zijn aanzienlijk tussen de groepen bedrijven, net als de totale stikstofuitstoot per kg melk.

Ook veel minder lachgas

Een lager ruweiwitgehalte in het rantsoen bleek in de KringloopWijzers van 2021 geen negatief effect te hebben op de emissies van broeikasgassen. De uitstoot van lachgas was op de laag-eiwit-bedrijven zelfs bijna de helft van die op de hoog-eiwit-bedrijven. ‘Het verlagen van de uitstoot van ammoniak en broeikasgas uit het rantsoen kan dus goed samengaan’, concluderen de onderzoekers.