Gras

Deze week mestrijden is kiezen tussen twee kwaden

Op veel plaatsen is het nog te nat om mest uit te rijden deze week
Op veel plaatsen is het nog te nat om mest uit te rijden deze week

Eigenlijk is het op veel plaatsen te nat om deze week te starten met mestrijden. Maar veel mestputten zitten vol en daarom zullen er noodgedwongen toch trekkers met mesttanks of sleepslangen het land op gaan. 

‘Het is kiezen tussen twee kwaden’, zo schetst Leo Tjoonk, ruwvoerspecialist bij Agrifirm, het dilemma. ‘Als je echt niet anders kan, bemest dan een paar hoger gelegen percelen en ga met zo min mogelijk gewicht het land op. Rijd desnoods met een halve tank om zo min mogelijk in te sporen.’ 

Bodemtemperatuur van zes graden

Volgens Tjoonk kan het grasland de mest al wel goed benutten. ‘De bodemtemperatuur is al zes graden, je ziet dat het gras al aan de gang komt. Ik verwacht dat de temperatuur de komende dagen verder oploopt.’ Ook de T-som, die de 200 graden is gepasseerd, duidt er op dat het grasland de mest kan gebruiken. 

Tjoonk adviseert een mestgift van 25 kubieke meter per hectare, ongeacht of het om een maai- of weideperceel gaat. ‘Door wetgeving mag er dit jaar weer minder mest per hectare uitgereden worden. Zorg er daarom voor dat de mest die je wel beschikbaar hebt, vooral in het voorjaar wordt benut. Het verschil in bemesting tussen een maai- en een weidesnede kun je straks maken via de kunstmest.’

Lang gras niet bemesten

Het natte najaar van 2023 zorgde er op veel plaatsen voor dat weidegang en stalvoeren vroeg werden gestaakt en het gras lang de winter in is gegaan. ‘Kijk goed of het bemesten netjes gaat. Als het gras te lang is, bijvoorbeeld meer dan 14 cm, dan zul je zien dat de mest te veel bovenop het gras blijft liggen. Dat heeft gevolgen voor de graskwaliteit van de eerste snede. Dan kun je veel beter bemesten met kunstmest en vroeg maaien of voorweiden. Dat zorgt er ook voor dat je groeitrappen maakt.’ 

Tjoonk volgt ook een aantal percelen die afgelopen winter in de vorstperiode zijn gemaaid. ‘Die zijn gemaaid net toen het ging dooien. Daardoor was de ondergrond nog hard, maar het gras niet meer bevroren. De insporing lijkt mee te vallen en als er op het goede moment is gemaaid, is het gras niet beschadigd. In de kuil zit wel ijskoud en bevroren gras, maar de koeien vreten het goed.’

Wees zuinig op de bodem

Tjoonk wijst er andermaal op om niet te veel te gaan forceren. ‘Omdat er minder mest mag worden ingezet, zul je er vooral voor moeten zorgen dat de bodem voor je aan het werk gaat. Wees daar dus zuinig op, ga niet het land op als het niet hoeft. Sporen die je in het voorjaar maakt, zie je het hele jaar terug in je land.’