Gezondheid

GD ziet direct verband tussen kalversterfte en gezondheidsstatus

Op bedrijven die voor vier infectieziekten een gunstige status hadden, gingen in 2021 een procentpunt minder kalveren dood dan op bedrijven met slechts één gunstige status
Op bedrijven die voor vier infectieziekten een gunstige status hadden, gingen in 2021 een procentpunt minder kalveren dood dan op bedrijven met slechts één gunstige status

Er bestaat een direct verband tussen kalversterfte op een bedrijf en de status voor de ziekten ibr, bvd, salmonella en paratuberculose.

Dit blijkt uit een analyse van Royal GD van cijfers die zijn verzameld in het kader van de diergezondheidsmonitoring.

Verschil in sterfte daalt

In 2021 was de sterfte van nog niet geoormerkte kalveren gemiddeld 6,7 procent op bedrijven die voor alle vier ziekten de status vrij of onverdacht hadden. Op bedrijven die voor geen enkele of slechts één ziekte een gunstige status hadden lag dit percentage op 7,7,  een procentpunt hoger. Bedrijven met een vrije of onverdacht-status voor twee of drie ziekten scoorden sterftcijfers die hier tussenin lagen. Het verschil in kalversterfte tussen bedrijven met een verschillende status is de afgelopen vijf jaar wel kleiner geworden. In 2017 gingen er op bedrijven met vier gunstige statussen nog bijna 3 procentpunten minder kalveren dood dan op bedrijven met geen enkele gunstige status.

Bedrijfshygiëne mogelijke verklaring

Volgens GD zijn vergelijkbare verschillen gevonden voor de sterfte van geoormerkte kalveren. De onderzoekers weten nog niet of de verschillen in sterfte direct veroorzaakt worden door verschillen in gezondheidsstatus of dat er een andere, achterliggende, oorzaak is. Zo is het goed mogelijk dat bedrijfshygiëne meer aandacht krijgt op bedrijven met een hogere gezondheidsstatus.

Cijfers ontwikkelen gunstig

Overigens is de bedrijfsgezondheidsstatus de afgelopen jaren duidelijk verbeterd. In 2017 had ruim vijftig procent van de bedrijven voor tenminste drie van de vier infectiezieken een gunstige gezondheidsstatus. In 2021 was dat ruim 80 procent. En er waren vorig jaar nauwelijks melkveebedrijven meer die voor geen enkele ziekte een status vrij of onverdacht hadden. Ook de cijfers voor kalversterfte zijn de afgelopen vijf jaar constant gedaald.