Gezondheid

Dierenarts Indonesië: ‘Mkz-virus grijpt hier hard om zich heen’

Besmette koeien kunnen nauwelijks eten door blaren op hun tong (foto: Nsereko G Brian)
Besmette koeien kunnen nauwelijks eten door blaren op hun tong (foto: Nsereko G Brian)

Het mond-en-klauwzeervirus grijpt in Indonesië hard om zich heen als gevolg van het niet naleven van hygiënemaatregelen. Volgens officiële cijfers van de Indonesische overheid telde het land afgelopen vrijdag 127.891 met mkz geïnfecteerde koeien, verdeeld over 18 provincies.

Met name op de grote eilanden Java en Sumatra grijpt de ziekte om zich heen met tot nu toe 1424 dode koeien als gevolg. Onkunde over de verspreiding van de ziekte maakt dat de situatie nog lang niet onder controle is, zo ervaart dierenarts Nsereko G Brian. Veeteelt sprak met de dierenarts over de crisissituatie in zijn land. ‘Moeilijk is vooral dat de boeren hun zieke koeien het liefst in leven houden, terwijl mkz met medicijnen niet behandelbaar is.’

Hoe moeilijk is het werk als dierenarts tijdens zo’n heftige ziekte-uitbraak?

‘Voor ons is dit een compleet nieuwe ervaring. Sinds 1990 is er hier geen mkz geweest. In april kregen we in onze regio op Java de eerste meldingen van zieke dieren. Boeren bellen ons met klachten over verminderde eetlust bij hun vee. We zien bij aankomst dat de dieren ook blaren op en uitscheiding hebben uit de neus. De meer ernstig zieke dieren hebben ook blaren op de spenen en kunnen nauwelijks nog lopen. We proberen de pijn te stillen en dienen extra vitaminen toe. Mkz is extreem pijnlijk voor een koe. Als dierenartsen werken we van ’s morgens vroeg tot laat in de avond.’

Wat is het perspectief bij de bestrijding van het virus?

‘Het beste zou zijn om zieke dieren af te stoten en besmette bedrijven te isoleren. Maar omdat de overheid boeren niet compenseert voor het vee dat ze ruimen of verliezen, laten de boeren de dieren uitzieken. De bedrijven zijn hier klein, een paar dieren per boer. Die dieren voorzien hen letterlijk in hun levensonderhoud, of ondersteunen het pensioen. De hoop is dat de dieren opknappen, maar ondertussen zijn ze een infectiebron voor andere koeien op het bedrijf of in de omgeving. Koeien staan hier niet in stallen zoals in Nederland, de huisvesting is sober en open, en de boeren wonen dicht bij elkaar.’
‘Wat ook niet helpt is de aanwezigheid van geiten en schapen op veel melkveebedrijven. Die kunnen het virus dragen en verspreiden, maar vertonen minder symptomen. Dat is ook een groot risico. ’

Dat klinkt uitzichtloos, heeft de overheid geen plan van aanpak?

‘Jawel, de overheid wil de veestapel vaccineren. Alleen de vaccins zijn voor augustus nog niet beschikbaar. In de tussentijd grijpt het virus verder om zich heen. Er is geen verbod op transport van dieren en we leven in de slachtmaand van de moslims. Er zijn veel dieren verkocht en daarmee zijn er veel vervoersbewegingen. Ik weet van een boer die een van zijn zieke koeien nog verkocht. En van boeren die bij elkaar over de vloer komen. We proberen de boeren te leren dat dit niet verstandig is.’
‘En zelfs als de dieren het overleven, is hun melkproductie vaak meer dan gehalveerd en is de kans op mastitis enorm, omdat ze met de blaren aan de spenen niet of nauwelijks te melken zijn. De dieren die genezen, zijn later meestal minder vruchtbaar en vormen bovendien nog lange tijd een gevaar, omdat ze nog wel virus bij zich kunnen dragen. Afstoten is daarom echt de beste oplossing, maar het probleem is ook dat er bijna geen nieuw vee beschikbaar is op dit moment.’

Hoe is de mkz het land binnengekomen?

‘Volgens een analyse van de overheid is er besmet vlees uit India geïmporteerd. Indonesië is namelijk niet zelfvoorzienend voor de eigen vleesconsumptie.’

Is er paniek onder de boeren nu het virus zo toeslaat?

‘Wat ik de afgelopen maanden heb geleerd, is dat boeren niet snel in paniek raken. Dat heeft ook geen zin, juist kalm blijven is de beste manier om dit door te komen. Gelukkig bestaat Indonesië uit veel eilanden, de oceaan vormt een mooie barrière tegen het virus. En hopelijk gaat de overheid de bestrijding van de ziekte nog beter reguleren.’