DGZ trekt aan alarmbel over ibr: ‘Actie van hele sector nodig’

Vanwege de verslechterende ibr-situatie in Vlaanderen roept diergezondheidsorganisatie DGZ de hele rundveesector op om gezamenlijk actie te ondernemen. ‘De ibr-situatie in Vlaanderen is zorgwekkend en vraagt onze onmiddellijke aandacht’, zegt de organisatie.
Volgens de organisatie werden er dit jaar al 42 nieuwe inslepen en haarden vastgesteld. Daarnaast werd vorige week het zesde ibr-positieve bedrijf in Meetjesland (Oost-Vlaanderen) vastgesteld sinds eind augustus. DGZ noemt de ibr-situatie in de regio rond Aalter, Nevele, Knesselare, Lievegem en Evergem ‘alarmerend en uiterst zorgwekkend’.
Advies naar sector toe
Om gezamenlijke actie door de hele rundveesector in gang te zetten deelt de diergezondheidsorganisatie een stappenplan om verdere verspreiding te voorkomen. Dit moet een leidraad zijn voor alle partners van de sector, zoals fokkerijorganisaties, overheidsinstanties, landbouworganisaties, handelaren en veehouders.
‘Met dit bericht willen we aangeven dat het niet vijf voor twaalf is, maar vijf na twaalf’, zegt Mich Gillis, communicatieverantwoordelijke bij DGZ. ‘We merken dat de aangeraden preventiemaatregelen voor ibr niet door iedereen worden gevolgd. Daar zijn boeren de dupe van. Met de verspreiding van dit puntenplan willen we dat voorkomen.’
De maatregelen in het plan zijn adviserend en niet bindend. ‘DGZ is geen controlerend orgaan, maar een adviespartner van de sector voor de sector’, duidt Gillis. 'Het plan werd intern en samen met onze regiodierenartsen opgesteld.’
Het stappenplan bevat onmiddellijke crisismaatregelen en voorstellen voor aanpakken van de besmettingshaard, veiligere handel en structurele maatregelen, opvolging en preventie.
Tijdelijk dierverkeer stilleggen
Onder onmiddellijke maatregelen stelt DGZ voor om samen met het FOD, FAVV en Arsia een gemandateerd ibr-crisisteam op te richten. Dit team zou moeten bestaan uit een groep experts die risicogebieden afbakenen, tijdelijk dierverkeer stilleggen en systematisch testen uitvoeren tot de situatie onder controle is.
Daarnaast raadt DGZ aan om in risicoregio’s tijdelijk de handel stil te leggen en verplicht testen op te starten. Runderen zouden voorlopig niet op prijskampen of jaarmarkten mogen verschijnen. FAVV moet strenger toezien op handelsstallen en bij overtredingen volledige blokkeringen opleggen.
Aanpak van besmette bedrijven
Onder aanpak van besmettingsbronnen stellen ze dat afmestbedrijven met een verhoogd risico (I2-8) onmiddellijk moeten worden opgespoord en volledig getest. Alleen een bedrijf dat gunstig scoort, kan doorgroeien naar een veiliger statuut. Transport van besmette dieren mag enkel verzegeld en onder toezicht van FAVV plaatsvinden.
DGZ herinnert veehouders en dierenartsen aan hun meldingsplicht bij verdachte symptomen of sterfte. Snelle monstername en uitgebreid onderzoek bij ademhalingsproblemen of abortusgevallen zijn noodzakelijk.
Veiliger handel
Om herbesmetting door handel te voorkomen stelt DGZ voor enkel nog rechtstreeks één-op-één transport toe te staan. Bij onvermijdelijke tussenstops moet realtime tracering aantonen dat dieren niet in contact zijn gekomen met risicobedrijven. Geïmporteerde runderen moeten in quarantaine tot een negatief testresultaat beschikbaar is.
Daarnaast vraagt DGZ strengere handhaving van de verplichte digitale registratie van runderbewegingen. Handelaars die correct werken moeten beloond worden en kopers moeten altijd de volledige historie van elk dier kunnen raadplegen.
Sanitaire scheiding
Ook zou het FAVV volgens DGZ extra moeten toezien op gemengde inrichtingen en bedrijven met meerdere activiteiten (zoals handel en veeteelt). Contact tussen beslagen met een verschillend gezondheidsstatuut moet vermeden worden. DGZ benadrukt tevens het belang van het correct reinigen en ontsmetten van transportmiddelen, gecontroleerd door het FAVV. Ook vervoerders moeten strikte bioveiligheidsmaatregelen naleven.
Bewustwording en steun
Om ibr verder op te volgen en in de toekomst te voorkomen roept DGZ op tot een mentaliteitswijziging. ‘Bezoekers van rundveebedrijven moeten zich registreren en bioveiligheid moet vanzelfsprekend worden. Iedereen in de keten draagt verantwoordelijkheid,’ aldus DGZ.
Tot slot vraagt DGZ solidariteit binnen de sector. ‘Getroffen veehouders zijn slachtoffers en verdienen economische én mentale steun. Alleen met gezamenlijke inspanningen van veehouders, handelaars, dierenartsen, vervoerders en overheden kan Vlaanderen de ibr-crisis onder controle krijgen’, stelt de diergezondheidsorganisatie.