Gezondheid

België brengt ibr-bestrijding in hogere versnelling

bloedanalyse ibr
Een regelmatige screening is een belangrijk onderdeel in de ibr-bestrijding

In België is een nieuw Koninklijk Besluit (KB) over ibr van kracht. Onder meer de afvoer van ibr-besmette dieren is erin geregeld, net als de onderliggende voorwaarden voor handel en het behalen/behouden van de verschillende ibr-statuten.

Het nieuwe KB ibr bevat een aantal maatregelen die België richting een volledig ibr-vrije status moeten brengen. Het plan is om dit voor 1 april 2026 rond te hebben. De maatregelen in het KB gaan vanaf vrijdag 3 maart 2023 in.

Een van de belangrijkste maatregelen is het verplicht afvoeren van ibr-dragers voor 31 oktober 2023. Alleen bedrijven met een recente insleep én een plan van aanpak in samenspraak met DGZ krijgen nog een periode van vier jaar om alle ibr-dragers af te voeren. DGZ informeert veebedrijven met ibr-dragers hierover.

Ibr-statuten duidelijk omschreven

Handel van I2-runderen wordt verboden, tenzij voor rechtstreekse afvoer naar het slachthuis of een afmestbeslag/vleeskalverenbedrijf. Voor de handel van runderen van een ibr gE negatief statuut (I3) naar ibr-vrije bedrijven zijn er aanvullende vereisten.

In het KB zijn ook de nieuwe statuten ibr-besmet (I2), ibr gE-negatief (I3) en ibr-vrij (I4) beschreven met de voorwaarden voor het behalen en het behoud van het statuut.

Ook het begrip isolatie is in het KB opgenomen, net als extra voorwaarden voor de deelname aan prijskampen. Meer duidelijkheid daarover geeft DGZ op een later moment. In de nieuwe wetgeving zijn ook vereisten opgenomen voor de ‘niet-conventionele rundveebedrijven’ als handelstallen, afmestbeslagen en de vleeskalverhouderij.

98,6 procent ibr-vrije bedrijven

Sinds 2007 strijdt België tegen ibr. Eerst met een vrijwillig bestrijdingsprogramma, vanaf 2012 verplicht voor alle rundveehouders. In 2014 verkreeg België voor ibr de Europese artikel-9-status. Dat betekent dat het land aanvullende garanties rond ibr kon vragen voor runderen die vanuit andere lidstaten of gebieden met een lagere status binnenkwamen. Wanneer België het uiteindelijke doel bereikt, de ziektevrije of artikel-10-status, hoeft het geen aanvullende garanties meer te leveren om dieren binnen de EU te kunnen verhandelen naar andere lidstaten of regio’s die ook een artikel-10 status hebben.

Momenteel heeft 98,6 procent van de (conventionele) rundveebeslagen in België al het statuut ibr-vrij (I4) of of ibr gE-negatief (I3). Voor deze bedrijven zonder ibr verandert er volgens DGZ niet zoveel. Voor het beperkte aantal besmette bedrijven (I2-statuut) komt er nu duidelijkheid over de uiterlijke termijn voor de afvoer van ibr-dragers, en de uiterlijke termijnen voor het behalen van het statuut ibr gE-negatief en ibr-vrij.