Fokkerij

Natuurinclusieve landbouw vraagt om ander type koe

Een rantsoen met meer natuurgras vraagt om aangepaste koeien
Een rantsoen met meer natuurgras vraagt om aangepaste koeien

Het houden van hoogproductieve koeien wordt in de toekomst een uitdaging voor melkveehouders in het veenweidegebied. De koeien gaan tegen fysieke grenzen aanlopen als gevolg van een verminderde voederwaarde van het ruwvoer.

Dat stelde melkveehouder Kees Kortleve uit Noordeloos bij een thema-avond van de Federatie Veeteeltstudieclubs Zuid-Holland.

Verlies derogatie zorgt voor verminderde voederwaarde

Kortleve verwacht dat door het verlies van derogatie veel melkveehouders in Zuid-Holland richting natuurbeheer zullen gaan. Dit brengt volgens de melkveehouder uitdagingen met zich mee. Kortleve: ‘Als we naar natuurbeheer gaan, gaat de voederwaarde van het rantsoen enorm naar beneden.’

Samen met zijn voeradviseur heeft de melkveehouder de voederwaarde van rantsoenen met natuurgras berekend. ‘Met een rantsoen van puur natuurgras kom je uit op een vem- en eiwitdekking van 50 procent in vergelijking met het huidige rantsoen. Voer je een derde natuurgras en twee derde regulier, dan blijft de vem- en eiwitdekking nog steken op zo’n 70 procent’, vertelde hij.

Liever niet onder 90 procent vem-dekking

‘Het liefst wil je voor alle diergroepen in alle lactatiestadia een vem- en eiwitdekking van om en nabij 100 procent. Iets daaronder is niet erg, maar onder de 90 procent kom je liever niet’, vervolgde de melkveehouder. Bovendien heeft natuurgras volgens Kortleve vaak hoge verzadigingswaarden, waardoor de koe langer een verzadigd gevoel heeft en minder vreet.

Minder liters, meer vet en eiwit

Een moderne koe met veel productieaanleg vraagt volgens Kortleve om een hoge energiewaarde van het voer. Wordt de voederwaarde lager, dan wordt het voor de koe moeilijker om de productie vast te houden. ‘Om problemen te ondervangen en voldoende opbrengsten te realiseren, is het dus nodig om koeien te fokken met een minder extreme aanleg voor kilogrammen melk, maar een hoge aanleg voor gehaltes’, merkte hij op. Zowel het bedrijf als de koe zal dus moeten extensiveren. Kortleve besloot: ‘Als je als veenweideboer naar natuurbeheer wilt gaan, dan moet je hierin meebewegen.’