Kringloopbedrijven realiseren hogere marges
Bedrijven die aan een achttal criteria voor kringlooplandbouw voldoen, realiseren gemiddeld hogere marges dan bedrijven die hier niet aan voldoen.
Dit komt naar voren uit onderzoek dat Aeres Hogeschool-student Willemijn van der Geest uitvoerde in opdracht van adviesbureau Boerenverstand.
Kringloop en economie
Om inzicht te krijgen in de economie van kringlooplandbouw maakte Van der Geest een analyse van de boekhoudrapporten en KringloopWijzers van 238 melkveebedrijven over het jaar 2019. De data werden aangeleverd door Dirksen Management Support en het gaat voornamelijk om melkveebedrijven in midden-Nederland.
Acht criteria voor kringlooplandbouw
Om als kringloopbedrijf te worden aangemerkt, moesten de bedrijven aan een achttal criteria voldoen. Zo moesten ze weidegang toepassen, minstens 50 procent van het voereiwit van eigen land halen en minimaal 40 procent blijvend grasland hebben. Ook moesten ze gebruik maken van groene energie, minder dan 1200 g CO2 per kg melk uitstoten en voldoen aan maximumeisen voor stikstofbodemoverschot en ammoniakemissie per hectare.
Stikstof en fosfaat efficiënt benut
Bedrijven die aan de eisen voor kringlooplandbouw voldeden, hadden gemiddeld hogere marges dan bedrijven die dit niet deden, zo blijkt uit de analyse. Dit wordt voornamelijk verklaard door hogere opbrengsten uit omzet en aanwas, lagere krachtvoerkosten en lagere brandstofkosten. De kringloopbedrijven passen meer weidegang toe, gebruiken minder krachtvoer en realiseerden een efficiëntere benutting van stikstof en fosfaat dan de bedrijven die niet aan de voorwaarden voldeden.
Eiwit van eigen land gunstig
Voor zowel kringloop- als niet-kringloopbedrijven was weidegang gunstig voor de marge, net als een hoog aandeel voereiwit van eigen land. Bedrijven met een lagere CO2-uitstoot per kg melk realiseerden gemiddeld juist lagere marges.