Economie

Extensiveren hoeft geen geld te kosten

Voorwaarde voor economisch succesvol extensiveren is dat de bewerkingskosten in de hand worden gehouden, bijvoorbeeld door koeien intensief te weiden
Voorwaarde voor economisch succesvol extensiveren is dat de bewerkingskosten in de hand worden gehouden, bijvoorbeeld door koeien intensief te weiden

Extensiveren door te groeien in grond levert op de korte termijn weinig extra op. Maar als je het goed aanpakt, kost het ook niets en is het een kans voor de lange termijn.

Dit stelt Rick Hoksbergen, branchespecialist melkvee bij accountantskantoor Countus.

Minder melk per koe

Hoksbergen ontwikkelde een rekenmodel, waarmee hij op basis van cijfers uit de boekhouding en de KringloopWijzer voor bedrijven een doorrekening kan maken van de financiële gevolgen van extensiveren. Hierbij gaat het om het aantrekken van extra grond zonder de veestapel uit te breiden. Uitgangspunt in de berekeningen is dat de ondernemer zijn bedrijfsvoering aanpast. Zo zullen de koeien veel meer ruwvoer moeten verwerken, wat onder andere betekent dat de krachtvoergift moet worden beperkt. Als gevolg hiervan zal de melkproductie per koe en daarmee ook de totale bedrijfsproductie dalen.

Geen mais maar krachtvoervervangers

Mais telen heeft volgens Hoksbergen voor een extensief bedrijf geen toegevoegde waarde. De veehouder kan zijn bouwland effectiever benutten voor de teelt van krachtvoervervangers. Ook adviseert de accountant extensiverende veehouders om de koeien intensief te gaan weiden om de bewerkingskosten van de extra hectares in de hand te houden.

Extra premies natuur en GLB

Een bedrijf dat extensiveert krijgt uiteraard te maken met extra kosten voor grond en de aankoop van kunstmest. Ook daalt de melkopbrengst. Maar daar staan besparingen op de aankoop van krachtvoer tegenover. Daarnaast hoeft een extensief bedrijf geen mest af te voeren. Extra opbrengsten zijn te genereren uit subsidies voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer. En een extensieve veehouder hoeft relatief weinig moeite te doen om in aanmerking te komen voor de hoogste status (goud) in GLB om zo extra premies te incasseren.

Circa 1500 euro extra saldo

Als voorbeeld heeft Hoksbergen een berekening gemaakt voor een bedrijf met 120 koeien op 65 hectare grond. Als dit bedrijf 36 hectare extra erfpachtgrond aan kan trekken, daalt de veebezetting naar 1,4 gve per hectare. Dit bedrijf is jaarlijks bijna 100.000 euro extra kwijt aan grondkosten en incasseert circa 43.000 euro minder melkgeld. Maar door te besparen op krachtvoeraankoop en mestafzet en met extra inkomsten uit agrarisch natuur- en landschapsbeheer en GLB is het bedrijfssaldo in de nieuwe situatie circa 1500 euro hoger dan in de oude situatie. Voorwaarde hierbij is dat de bewerkingskosten gelijk blijven. ‘Extensiveren levert op de korte termijn weinig op. Maar als je het goed aanpakt, kost het ook niets’, concludeert Hoksbergen.