Economie

Deense veehouder optimistisch over CO2-taks voor landbouw

denemarken
Jeannette (59), Jac (64) en hun zoon Emiel Broeders (32) baten een 1500-koppig melkveebedrijf uit in Rødekro in Denemarken

Melkveehouder Emiel Broeders (32) uit het Deense Rødekro ziet kansen in de invoer van de Deense CO2-belasting voor de landbouw.

Die taks moet Denemarken helpen om zijn klimaatdoelen tegen 2030 te bereiken. Zo is het land de eerste ter wereld met een dergelijke taks. Deense boeren moeten vanaf 2030 120 kronen (16 euro) per ton CO2-equivalent betalen. De belasting stijgt tot 300 kronen (40 euro) in 2035. 

Voordelen van uitstootvermindering

‘Bij sommige landbouwers zorgt de invoering van de taks voor wat ophef’, zegt Broeders die 1500 koeien melkt. ‘Maar ik kan het wel hebben.’ Volgens hem is verduurzaming de enige weg vooruit. De hele agro-voedingsketen gaat immers die richting op. ‘Boeren worden van alle kanten gepusht om hun voetafdruk te verkleinen’, vervolgt hij. Hij verwijst naar de zuivelindustrie, banken en supermarkten. ‘Het is niet enkel de landbouwer die verduurzaamt.’

In die context ziet hij kansen: ‘Als een landbouwer investeert in groene stroom, dan is hij minder afhankelijk van de energiemarkt. Daarnaast levert het verlagen van je uitstoot ook een hogere melkprijs op bij de zuivelverwerkers, zoals Arla. En hoe lager je voetafdruk wordt, hoe minder CO2-belasting je zal moeten betalen.’ 

Focus op biogas vergisting

Zelf verkoopt hij 34 procent van zijn mest aan een biogas vergistingsbedrijf voor circa 2 euro per ton. Het digestaat krijgt hij gratis terug. ‘In de toekomst wil ik dat 100 procent van de mest door een vergister gaat. Nu gaat dat nog niet, omdat er te veel zand in een deel van onze mest zit. Dit komt door onze diepstrooiselboxen met zand. Om die 100 procent te realiseren, investeerden we daarom vorige week in een zandwasser voor mest.’ Extra mest vergisten levert hem - naast winst uit extra verkoop van mest - meer punten op in het duurzaamheidsvergoedingsmodel van Arla waar hij de melk aan levert. Zo krijgt een melkveehouder bij Arla voor elk gescoord punt 0,03 cent per kilogram melk. Ook de bemestingswaarde van het digestaat vindt hij mooi meegenomen. 

Nog veel onbeantwoorde vragen

Als een boer echt zijn best doet, zou het zelfs kunnen dat hij helemaal geen taks hoeft te betalen. Maar of die stelling waar is, is nog afwachten. ‘Er zijn nog veel vragen over de CO2-taks zonder antwoorden’, vervolgt Broeders. Een van die vragen is hoe ze de CO2-uistoot van een landbouwbedrijf gaan bepalen. Persoonlijk vindt hij de berekeningsmethode van de CO2-uitstoot per liter melk van Arla best correct. ‘Die methode is gebaseerd op de zogenoemde ‘Levenscyclusanalyse’, weet Emiel. ‘Dat betekent dat de import- en exportstromen van een landbouwbedrijf ook in de berekening zijn meegenomen. Denk daarbij aan de import van voer, zoals Braziliaanse soja.’ 

Met alle vragen die opkomen door de nieuwe taks, merkt Broeders dat boeren nu wat afwachtend zijn met de uitbreiding van hun bedrijf. ‘De investeringen die wel worden gedaan zijn bijvoorbeeld zonnepanelen. Boeren investeren vandaag al onbewust in verduurzaming.’

390.000 ha Deense landbouwgrond uit de productie

Samen met de CO2-taks maakte de Deense regering ook 5,3 miljard euro vrij voor het uit productie halen van landbouwgrond. Met dat geld wil de overheid 250.000 hectare landbouwgrond herbebossen en 140.000 hectare drasland braakleggen. ‘In het klimaatdebat is er veel discussie over de veengebieden’, weet Broeders. ‘De verrottingsprocessen in veengebieden zouden veel CO2 in de lucht brengen.’ Emiel maakt zich geen zorgen over die doelstellingen van de overheid. Hij vindt het geen probleem om een deel van zijn 1100 hectare landbouwgrond uit productie te halen, ook niet als hem dat ruwvoer zou kosten. De subsidies die daartegenover staan zijn daarbij zijn belangrijkste argument: ‘Als ik meer geld verdien per hectare met de groene subsidies dan is de keuze makkelijk gemaakt. Ook al betekent dat dat ik daardoor minder koeien kan houden.’ 

Wat hij wel in vraag stelt is wat die braaklegging – en andere klimaatwetgeving - gaat doen met de voedselprijzen. Als er steeds minder landbouwgrond komt, kunnen die volgens hem wel eens stijgen. Met als gevolg dat de overheid goedkoper voedsel importeert uit landen waar de duurzaamheidseisen niet gelden. ‘Daar is niks duurzaams aan’, stelt Broeders. ‘In mijn ogen is het beter om aan natuuruitbreiding te doen in landen waar er geen landbouw mogelijk is of waar landbouw minder intensief is.’ 

Vorig jaar ging Veeteelt op reportage bij de familie Broeders in Denemarken. De link naar de fotoserie vind je hier.